V5 10.4 Chromatografie deel 1

10.4 Chromatografie
Wat is chromatografie?
Verschillende vormen van chromatografie
Kwalitatief en kwantitatief onderzoek met chromatografie
1 / 16
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

10.4 Chromatografie
Wat is chromatografie?
Verschillende vormen van chromatografie
Kwalitatief en kwantitatief onderzoek met chromatografie

Slide 1 - Slide

Papierchromatografie
  • Papierchromatografie in 3e klas: scheiden van kleurstoffen in een pen
  • Scheidingsmethode berust op twee eigenschappen:
  • Verschil in oplosbaarheid van de loopvloeistof
  • Verschil in aanhechtings-vermogen aan het papier 

Slide 2 - Slide

Papierchromatografie
  • Hoe beter een stof in de loopvloeistof oplost, hoe hoger de stof op papier terechtkomt
  • Hoe meer een stof hecht aan het papier, hoe lager de stof op papier terechtkomt
  • Loopvloeistof: Mobiele fase
  • Papier: Stationaire fase

Slide 3 - Slide

Papierchromatografie
  • Rf-waarde = a/b
  • a = afstand van startlijn tot middelpunt van een vlek
  • b = afstand van startlijn tot vloeistoffront
  • Gebruik een referentiestof: zelfde Rf-waarde, zelfde stof
  • Rf-waarde is karakteristeriek

Slide 4 - Slide

Wat is de Rf-waarde voor de blauwe stip?
A
1,13
B
0,58
C
0,88
D
0,92

Slide 5 - Quiz

TLC (Thin Layer Chromatography)
  • In plaats van papier is een plaatje met SiO2 de stationaire fase.
  • Principe van de scheiding is de verdeling van stoffen over de mobiele en stationaire fase. 
  • Afhankelijk van voorkeur voor stof om in mobiele of stationaire fase te zitten, eindigt de stof op een andere plaats op het papier.

Slide 6 - Slide

Kolomchromatografie
  • Een kolom ipv papier
  • Kolom is een dunne buis waarin de stationaire fase zit.
  • Mobiele fase is een vloeistof of een gas dat het mengsel meeneemt door de kolom heen.
  • Stoffen in een mengsel binden korter of langer aan de stationaire fase -> scheiding

Slide 7 - Slide

Vloeistofchromatografie
  • HPLC (High Performance Liquid Chromatography)
  • Kolom: bolletjes silica met daarop dun laagje stof als stationaire fase
  • Mobiele fase: Vloeistof met stoffen uit de onderzoeken mengsel door de kolom

Slide 8 - Slide

Gaschromatografie
  • Mengsel wordt verhit, zodat alle stoffen verdampen.
  • Draaggas door de kolom geleidt.
  • Binnenkant van kolom heeft dunne laag met stationaire fase

Slide 9 - Slide

Retentietijd (tR)
  • Tijd dat een stof in de kolom zit
  • Elke stof heeft zijn eigen tR
  • Scheiding is door specifieke eigenschappen van stationaire fase
  • Vb: apolaire stoffen in een kolom met een apolaire stationaire fase zijn langzaam en komen later uit de kolom dan polaire stoffen

Slide 10 - Slide

Principe van GC
  • Stoffen blijven verschillend ''hangen'' aan de stationare fase; de ene meer dan de ander.
  • Daardoor vindt scheiding plaats

Slide 11 - Slide

Kwalitatieve analyse
  • x-as: de tijd
  •  y-as: spanning
  • De detector geeft een andere spanning af als een andere stof passeert
  • tR is bij zelfde omstandigheden specfiek voor een stof: opgezocht in tabellen

Slide 12 - Slide

Kwantitatieve analyse
  • Oppervlakte van een piek is recht evenredig met de concentratie van die stof in het mengsel
  • Oppervlakte wordt bepaald met een computer
  • Maar je weet niet hoeveel je hebt toegevoegd: dus je hebt een referentie nodig.

Slide 13 - Slide

Plan van aanpak concentratiebepaling
  • Chromatogram A met je te onderzoeken mengsel
  • Chromatogram B met mengsel van zelfde stoffen met bekende concentraties
  • Onder zelfde omstandigheden een kolom doen
  • Gebruik de verhouding tussen oppervlaktepieken om concentratie in te onderzoeken mengsel te bepalen. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wat kan je nu gaan doen?
Paragraaf 10.4 doorlezen
Opdrachten maken uit de studiewijzer
Volgende week rekenen aan chromatografie, zorg dat je het concept snapt

Slide 16 - Slide