1.9

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1.9
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 26
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1.9
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Open je boek op blz. 34

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel 
Aan het eind van deze les:
- kun je van een tekst het tekstdoel voorspellen.
- kun je aangeven welke tekstsoort bij een tekstdoel hoort.
- kun je verschillende tekstvormen herkennen.

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig opdracht 42 t/m 45 op blz. 34 t/m 38.
Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Namen lln

Slide 4 - Slide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Slide

Tekstdoel?
A
informeren
B
overhalen
C
amuseren

Slide 6 - Quiz

Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Amuseren

Slide 7 - Quiz


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Amuseren

Slide 8 - Quiz

Wie maakt wat?
Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 42-43-45 op blz. 34 t/m 38

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Slide

4. Instructie: 
Lees en kijk mee naar de volgende dia. 

Slide 10 - Slide

Leesdoel en tekstdoel
Als je een tekst leest, heb je daar een bedoeling mee.

Bijvoorbeeld:
-Je leest een stripboek om plezier te hebben.
-Je bekijkt je lesrooster                 
om te weten in welk 
lokaal je moet zijn.

Slide 11 - Slide

Leesdoel en tekstdoel
De bedoeling van de lezer noem je het leesdoel. 
De schrijver van een tekst houdt rekening met het leesdoel. Hij heeft zelf ook een bedoeling met zijn tekst. 
Elke tekst heeft een tekstdoel. Dit doel past bij het leesdoel dat jij hebt. 
Als je het tekstdoel kent, kun je de tekst beter begrijpen.

Slide 12 - Slide

Tekst verkennen
Voor je begint met lezen, kun je de tekst verkennen
Lees de titel en bekijk de plaatjes die bij de tekst horen. Daarmee krijg je al een idee waar de tekst over gaat. 
Dan kun je meteen bedenken wat je al van dat onderwerp weet.

Slide 13 - Slide

En nu in een schema: 

Slide 14 - Slide

Tekstdoel?
A
informeren
B
overhalen
C
amuseren

Slide 15 - Quiz

Tekstdoel stripverhaal?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Amuseren

Slide 16 - Quiz


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Amuseren

Slide 17 - Quiz

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Namen lln, jullie maken zelfstandig opdracht 42-43-45 op blz. 35 t/m 38.

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 42. 

Slide 18 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V: les 1.9, blz. 34 t/m 38, opdr. 42 t/m 45 --> Niemand
B: les 1.9, blz. 34 t/m 38, opdr. 42-43-45 --> namen lln
I: les 1.9, blz. 34 t/m 38, opdr. 42-43-45 --> namen lln

Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna ga je in stilte lezen of een woordzoeker maken. 
timer
30:00

Slide 19 - Slide

7. Evaluatie
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 20 - Slide

Noteer het tekstdoel van een nieuwsbericht.

Slide 21 - Open question

Wat is het tekstdoel van een reclamefolder?

Slide 22 - Open question

Wat is het tekstdoel van een leesboek of stripboek?

Slide 23 - Open question

Ik kan aangeven bij welke tekstsoort een tekstdoel hoort

Slide 24 - Poll

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk
...dag .. maand
1.9 opdracht 42-43-45

Toetsen: 
...
geen

Slide 25 - Slide

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................

Slide 26 - Slide