Vorige week uitleg over B&L leerjaar 3 en opdracht 1 + 2
Deze week observeren
1 / 18
next
Slide 1: Slide
sportMBOStudiejaar 3
This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
B&L leerjaar 3
Vorige week uitleg over B&L leerjaar 3 en opdracht 1 + 2
Deze week observeren
Slide 1 - Slide
Inhoud
Leerdoelen
Observeren
Waarnemingsfouten
Observatiemethoden
Methodisch observeren
Leerdoelen behaald?
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je weet wat observeren is en kent de eisen aan een goede observatie
Je weet wat waarnemen is en kent de veel voorkomende waarnemingsfouten
Je kunt geschikte observatiemethoden inzetten
Slide 3 - Slide
Observeren
Observeren:
bewust en doelgericht waarnemen met als doel informatie verzamelen
Waarnemen:
is het ontvangen van signalen uit je omgeving
Interpreteren:
is het betekenis geven aan waargenomen verbale en non-verbale signalen
Slide 4 - Slide
Voorbeeld interpreteren:
Bij de korfbaltraining zit Ricardo met zijn vingers op de bank te tikken. De trainer ziet en hoort dit en vraagt of Ricardo niet zo zenuwachtig wil doen. Ricardo antwoordt de trainer dat hij gewoon een lekker deuntje in zijn hoofd heeft
Slide 5 - Slide
Wat zie je?
Slide 6 - Open question
Wat zie je?
Slide 7 - Open question
Eisen aan een observatie
Betrouwbaar
Valide
Objectief
Nauwkeurig
Onafhankelijk
Slide 8 - Slide
Waarnemingsfouten
Selectief waarnemen
Subjectief waarnemen
Begin en eind
Contrast
Halo- en horn-effect
Projectie
Slide 9 - Slide
Observatiemethoden
Participerende/niet participerende observatie
Kwalitatief (beschrijvend, event sampling, beoordelingsschalen en checklist)
Kwantitatief (time samling)
De methode moet je noemen in opdracht 2 en uitleggen waarom je voor een bepaalde methode kiest.
Slide 10 - Slide
Methodisch observeren
Bepalen van het doel
Bepalen van het te observeren gedrag
Kiezen van een passende observatiemethode
Kiezen van hulpmiddelen
Bepalen van de observatiesituatie
Bepalen van de manier van registreren
Slide 11 - Slide
Aan welke 5 eisen moet een goede observatie aan voldoen?
Slide 12 - Open question
Welke uitleg hoort bij welke waarnemingsfout?
Wat je aan het begin en eind ziet blijft het beste hangen.
De één ziet andere dingen met observeren dan een ander.
Iedereen kijkt met zijn eigen persoonlijke manier en vervormt min of meer de werkelijkheid.
Selectief waarnemen
Subjectief waarnemen
Begin en eind
Slide 13 - Drag question
Van welke observatiemethode is de afbeelding een voorbeeld?
A
Beschrijvende observatie
B
Time sampling
C
Event sampling
D
Beoordelingsschaal/ checklist
Slide 14 - Quiz
Van welke observatiemethode is de afbeelding een voorbeeld?
A
Beschrijvende observatie
B
Time sampling
C
Event sampling
D
Beoordelingsschaal/ checklist
Slide 15 - Quiz
Van welke observatiemethode is de afbeelding een voorbeeld?
A
Beschrijvende observatie
B
Time sampling
C
Event sampling
D
Beoordelingsschaal/ checklist
Slide 16 - Quiz
Leerdoelen behaald?
Je weet wat observeren is en kent de eisen aan een goede observatie
Je weet wat waarnemen is en kent de veel voorkomende waarnemingsfouten