Geel mag niet bij groen en blauw staan. Groen en blauw moeten bij elkaar staan.
Welke mogelijkheden zijn er?
Slide 5 - Slide
Uitleg
Formules anders schrijven.
a = 10 + 2 x n
a = 2 x n + 10
2 x n + 10 = a
10 + 2 x n = a
Slide 6 - Slide
Uitleg
Wat zijn termen en variabelen?
a = 30b + 13 + 4b
Variabelen zijn de letters.
Slide 7 - Slide
Uitleg
Wat zijn termen en variabelen?
a = 30b + 13 + 4b
Variabelen zijn de letters.
De variabelen zijn in dit geval de a en b.
Slide 8 - Slide
Zelfstandig werken
Wat? opdracht 5, 6, 8, 9, 11, 14 op blz. 94
Hoe? fluisteren
Hulp? fluisteren of vraag stellen aan mevrouw
Tijd? tot 5 minuten voor het einde van de les
Klaar? maak 16, 18, 19, 21, 23, 24, 25 op blz. 102
Slide 9 - Slide
Uitleg
Wat zijn termen en variabelen?
a = 30b + 13 + 4b Alles waar een + of - tussen
staat is een term.
Slide 10 - Slide
Uitleg
Wat zijn termen en variabelen?
a = 30b + 13 + 4b Alles waar een + of - tussen
staat is een term.
De termen zijn hier: 30b, 13 en 4b
Als er een x tussen staat hoort het bij elkaar.
Slide 11 - Slide
Uitleg
Wat zijn gelijksoortige termen?
a = 30b + 13 + 4b Als de termen dezelfde letter hebben of allebei geen letter hebben, dan zijn ze gelijksoortig.
Slide 12 - Slide
Uitleg
Wat zijn gelijksoortige termen?
a = 30b + 13 + 4b Als de termen dezelfde letter hebben of allebei geen letter In dit geval zijn 30b en 4b hebben, dan zijn ze gelijksoortige termen. gelijksoortig.
Slide 13 - Slide
Uitleg
Hoe vereenvoudig je een formule?
a = 30b + 13 + 4b Tel de gelijksoortige termen bij elkaar op.
Slide 14 - Slide
Uitleg
Hoe vereenvoudig je een formule?
a = 30b + 13 + 4b Tel de gelijksoortige termen bij a = 34b + 13 elkaar op. Als er een - staat haal je ze van elkaar af.
Slide 15 - Slide
Zelfstandig werken
Wat? opdracht 5, 6, 8, 9, 11, 14 op blz. 94
Hoe? fluisteren
Hulp? fluisteren of vraag stellen aan mevrouw
Tijd? tot 15 minuten voor het einde van de les
Klaar? maak 16, 18, 19, 21, 23, 24, 25 op blz. 102