What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Uitleg leerdoel 2
Noteer dit voor jezelf alvast in je schrift.
Stel je vragen aan de docent die gaat streamen.
Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen op tafel.
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Wiskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Noteer dit voor jezelf alvast in je schrift.
Stel je vragen aan de docent die gaat streamen.
Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen op tafel.
Slide 1 - Slide
Lesson Up
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Bereken
3 + (7 - 2) x 5 =
Slide 4 - Slide
Maak de volgende woordformule zo kort mogelijk:
aantal maanden x 1,50 - 30 = winst
A
a x 1,5 - 30 = w
B
50a - 30 = w
C
w = a1,50 - 30
D
w = -30 + 1,5a
Slide 5 - Quiz
Welke van de vier formules is niet gelijk aan:
w = 16 - 4a
A
16 - 4a = w
B
-4a + 16 = w
C
w = 4a - 16
D
w = -4a + 16
Slide 6 - Quiz
Ik kan een formule vereenvoudigen.
Succescriteria
Ik weet wat perimeter, (gelijksoortige) termen, herleiden en variabelen zijn.
Ik kan formules vereenvoudigen/ herleiden
Slide 7 - Slide
termen en variabelen
Termen
zijn de stukje die je bij elkaar optelt of van elkaar afhaalt.
Variabelen
zijn letter die steeds veranderen (veranderlijke).
b = 3 + 4a
3 en 4a
b =
3
+ 4a
a en b
Slide 8 - Slide
termen en variabelen
Termen
zijn de stukje die je bij elkaar optelt of van elkaar afhaalt.
Variabelen
zijn letter die steeds veranderen (veranderlijke).
b = 3 + 4a
3 en 4a
b =
3
+ 4a
a en b
Slide 9 - Slide
termen en variabelen
Termen
zijn de stukje die je bij elkaar optelt of van elkaar afhaalt.
Variabelen
zijn letter die steeds veranderen (veranderlijke).
b = 3 + 4a
3 en 4a
b =
3
+ 4a
a en b
Slide 10 - Slide
De variabelen x en y.
In de wiskunde gebruiken we vaak een x en een y in een formule.
De
x
staat voor
invoer
.
De
y
staat voor
uitkomst
.
b = 3 + 4a y = 3 + 4x
Slide 11 - Slide
Formules vereenvoudigen
Variabele:
is een onbekende letter/woord
Een stukje wat je bij elkaar optelt of aftrekt noem je
termen
.
voorbeeld:
3a
+ a
3a en a zijn termen.
Berekening:
Optelling van drie
gelijke
termen
.
4
+
4
+
4
=
3
⋅
4
=
1
2
Vermenigvuldiging van twee
factoren
.
Slide 12 - Slide
Formules vereenvoudigen
Variabele:
is een onbekende letter/woord
Een stukje wat je bij elkaar optelt of aftrekt noem je
termen
.
voorbeeld:
3a
+ a
3a en a zijn termen.
Berekening:
Herleiden:
Herleiden betekent korter opschrijven.
Optelling van drie
gelijke
termen
.
4
+
4
+
4
=
3
⋅
4
=
1
2
a
+
a
+
a
=
3
⋅
a
=
3
a
Vermenigvuldiging van twee
factoren
.
Slide 13 - Slide
Formules vereenvoudigen
4
a
+ 2
b
=
a + a + a + a
+ b + b
4a + 2b = 4a + 2b
4
a
en 2
b
zijn geen gelijksoortige termen,
ze hebben
niet
dezelfde variabelen.
Slide 14 - Slide
Formules vereenvoudigen
4a + 2b = a + a + a + a + b + b
4a + 2b = 4a + 2b
Alleen gelijksoortige termen
kun je samenvoegen.
In gelijksoortige termen komen
precies dezelfde variabelen
voor.
Dus 4
a
+ 2
a
= 6
a
(denk aan 4 appels + 2 appels = 6 appels)
Slide 15 - Slide
Formules vereenvoudigen
Alleen
gelijksoortige termen
kun je samenvoegen.
In gelijksoortige termen komen precies dezelfde
variabelen
voor
.
g = 3a - 4 - 2a + 6
Slide 16 - Slide
Formules vereenvoudigen
Alleen
gelijksoortige termen
kun je samenvoegen.
In gelijksoortige termen komen precies dezelfde
variabelen
voor
.
g =
3a
- 4
- 2a
+ 6
Slide 17 - Slide
Formules vereenvoudigen
Alleen
gelijksoortige termen
kun je samenvoegen.
In gelijksoortige termen komen precies dezelfde
variabelen
voor
.
g =
3a
- 4
- 2a
+ 6
g =
1a
+ 2
g = a + 2
(je mag de 1 weglaten)
TIP!
Gebruik kleurtjes voor gelijksoortige termen.
Slide 18 - Slide
Je hebt nu geleerd dat je ..
.. gelijksoortige termen mag je samennemen.
3
a
+ 4
a
= 7
a
6
b
- 2
b
= 4
b
10
c
-
c
= 9
c
(10
c
- 1
c
=9
c
)
Dit kun je niet samennemen.
3
a
+ 7
b
3
c
+ 5
Slide 19 - Slide
Je hebt geleerd dat je ..
.. een formule te vereenvoudigen.
k = -8 +4e -2 -3e
k =
-8
+4e
-2
-3e
k =
-10
+1e
k = -10 +e
Slide 20 - Slide
Vereenvoudig de volgende formule:
y = x + 3x -5 + 7
A
y = 3x -13
B
y= 4x -13
C
y = 4x +2
D
y = 6x
Slide 21 - Quiz
Aan de slag
Heb je aantekeningen genoteerd in je schrift? Neem steeds eerst de opgaven helemaal over.
Maak
opgaven:
Controleer
je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur.
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?
Let ook op je notatie!
Ondersteunend: O28, O30, 30, O32, 33, 34, 35, 37 t/m 46
Doorlopend: 28, 30, 32, 33, 34, 35, 37 t/m 46
(opgaven met de heks mag je overslaan)
Uitdagend: 28 def, 30, 32 efgh, 33, 34 abc, 35, U7, U8, U9, 37 t/m 46
Ondersteunend: O3, 4, O5, 6
Doorlopend: 3, 4, 5, 6
Uitdagend: 3, 4, 6, U1, U2
Ondersteunend: 8, 9, 11, 12, 13, 14, 15
Doorlopend: 8, 9, 11, 12, 13, 14, 15
Uitdagend: 9, 11, 14, 15, U3, U4
Slide 22 - Slide
Toets bespreken
Welk cijfer geef jij jezelf voor de toets?
Hoe was je voorbereiding op de toets?
Welk cijfer heb jij op de toets gekregen?
Aanpak komend hoofdstuk.
Slide 23 - Slide
Bedankt voor vandaag!
Ga thuis verder met
de lessen in LessonUp!
Slide 24 - Slide
More lessons like this
Uitleg leerdoel 1 en 2
April 2023
- Lesson with
37 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Uitleg leerdoel 1 en 2
March 2022
- Lesson with
20 slides
Wiskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
H9 Leerdoel 2 (H)V1
March 2021
- Lesson with
36 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H10 samenvatting
May 2020
- Lesson with
30 slides
Wiskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Livestream les H10 (6 mei)
May 2020
- Lesson with
44 slides
Wiskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Week 16, les 2, HV1
April 2020
- Lesson with
25 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Uitleg leerdoel 3 (herhaling 1 en 2)
March 2022
- Lesson with
29 slides
Wiskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
9.1 + 9.2 Formules korter schrijven
March 2024
- Lesson with
24 slides
Wiskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1