8.4 Hart & bloedsomloop

4 onderdelen van het hart
Rechter boezem
Rechter kamer
Linker boezem
Linker kamer
Aantekening
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

4 onderdelen van het hart
Rechter boezem
Rechter kamer
Linker boezem
Linker kamer
Aantekening

Slide 1 - Slide

Boezems
Zitten aan de Bovenkant van het hart
Aantekening

Slide 2 - Slide

Kamers
Komen later (liggen lager)
Aantekening

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Linker boezem
Rechter boezem
Linker kamer
rechter kamer
Hartkleppen
slagaderkleppen

Slide 5 - Drag question

Nr 1 = 
Nr 4 = 
Nr 11 = 
Nr 6 = 
Nr 9 = 
Nr 5 = 
Bovenste holle ader
Aorta
Longader
Linkerkamer
Linker boezem
Rechterboezem
Longslagader
Onderste holle ader

Slide 6 - Drag question

Kleine bloedsomloop
Zorgt ervoor dat koolstofdioxide naar de longen gaat, zodat je dit weer kan uitademen

Zorgt ervoor dat zuurstof weer in de longen komt, wat dan kan worden vervoerd naar al je cellen


Aantekening

Slide 7 - Slide

Kleine bloedsomloop
Bloed stroomt van:
rechter boezem => rechter kamer => longslagader=> longen => longader => linkerboezem

Let op! In deze delen zit koolstofdioxide! Pas in de longen komt er zuurstof bij (gaswisseling!)

Aantekening

Slide 8 - Slide


A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop

Slide 9 - Quiz

Hoort nummer 1 bij de grote of de kleine bloedsomloop?
A
kleine bloedsomloop
B
grote bloedsomloop

Slide 10 - Quiz

Welke bloedsomloop wordt beschreven? Hart - Slagaders - Alle organen - Aders - Hart
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop

Slide 11 - Quiz

Grote bloedsomloop
Vanaf het hart naar alle organen

Slide 12 - Slide

Grote bloedsomloop
Vanaf het hart naar alle organen
linker kamer => aorta => slagaders van alle organen => uitwisseling van stoffen naar de organen => aders van alle organen => holle aders => rechter boezem
Aantekening

Slide 13 - Slide

Kleine bloedsomloop
Grote bloedsomloop
uitleg over de grote bloedsomloop

Slide 14 - Slide

Dubbele bloedsomloop

Kleine bloedsomloop
+
Grote bloedsomloop
=
dubbele bloedsomloop

Slide 15 - Slide

Pompt de rechterkamer bloed in de kleine of de grote bloedsomloop?
A
grote bloedsomloop
B
kleine bloedsomloop

Slide 16 - Quiz

Tot welke bloedsomloop hoort de aorta?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop

Slide 17 - Quiz

In welke bloedsomloop wordt zuurstof opgenomen en koolstofdioxide afgegeven?
A
grote bloedsomloop
B
kleine bloedsomloop

Slide 18 - Quiz

Bij welke bloedsomloop gaat het bloed langs alle organen?
A
De kleine bloedsomloop
B
De grote bloedsomloop

Slide 19 - Quiz

Benaming (slag)aders
1. Is het een ader of een slagader?
Slagader?
Ader?
2. Naar welk orgaan gaat de slagader toe?
3. Naam van het orgaan + slagader
 (beenslagader, darmslagader)
2. van welk orgaan gaat de slagader vandaan?
3. Naam van het orgaan + ader
 (beenader, darmader)
Aantekening

Slide 20 - Slide

Werking van het hart
De hartslag is het aantal keer dat het hart zich samentrekt in 1 minuut.

1. De boezems zijn volgestroomt met bloed. De boezems trekken samen en de hartkleppen staan open.
2. De hartkleppen sluiten zich en het bloed zit nu in de kamers. De halvemaanvormige kleppen gaan open de kamers trekken zich samen. 
3.  alle kleppen gaan open het hart is in rust.
Aantekening

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Hoe heet het bloedvat dat het hart van zuurstof voorziet?
A
Kransslagader
B
Leverader
C
Longslagader
D
Darmslagader

Slide 23 - Quiz

Hoe heet letter U ?
A
Longslagader
B
longader
C
kransslagader
D
aorta

Slide 24 - Quiz

Waar stroomt zuurstofrijk bloed doorheen?
A
Kransader
B
Kransslagader

Slide 25 - Quiz

Linkerkamer
Rechterkamer
Linkerboezem
Rechterboezem
Onderste holle ader
Longaders
Aorta
Bovenste holle ader
Longslagader

Slide 26 - Drag question

Dit bloedvat gaat van hart naar lever en noem je dus de....
A
Leverader
B
Leverslagader
C
Darmslagader
D
nierader

Slide 27 - Quiz

Dit bloedvat gaat van hart naar nieren en noem je dus de....
A
Leverader
B
Leverslagader
C
Darmslagader
D
nierslagader

Slide 28 - Quiz

Dit bloedvat gaat van darm naar hart
A
Leverader
B
Leverslagader
C
darmader
D
nierarder

Slide 29 - Quiz

Dit bloedvat gaat van long naar hart en noem je dus de....
A
Longader
B
Longslagader
C
Darmslagader
D
nierarder

Slide 30 - Quiz

Dit bloedvat gaat van darm naar lever
A
Leverader
B
Darmader
C
Poortader
D
Drankader

Slide 31 - Quiz

bovenste holle ader
onderste holle ader
aorta
poortader
Longader
Longslagader
leverader
leverslagader
darmslagader

Slide 32 - Drag question

Zuurstofarmbloed
Zuurstofrijkbloed
Holle ader
Longslagader
Longader
Aorta
Kransslagader
Kransader

Slide 33 - Drag question