1 de weggelaten woorden hebben dezelfde functie (ow, pv, ...):
De man struikelde over een boomstronk en de man viel.
o o
2 de weggelaten woorden hebben dezelfde betekenis :
Hij maakt fietsten en grappen.
fietsen maken (=repareren) <-> grappen maken
3 de weggelaten woorden hebben hetzelfde getal (ev/mv):
De docent is streng, maar de docent is rechtvaardig.
ev ev