What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
zinsdelen
Goedemorgen
Ga zitten volgens de plattegrond en pak je leesboek
1 / 13
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
This lesson contains
13 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Goedemorgen
Ga zitten volgens de plattegrond en pak je leesboek
Slide 1 - Slide
10 min lezen
Lezen doe je in stilte
timer
10:00
Slide 2 - Slide
Zinsdelen 1.7 en 3.7
Persoonsvorm
onderwerp
gezegde
lijdend voorwerp
Slide 3 - Slide
Persoonsvorm
In elke zin staan 1 of meer
werkwoorden.
Een daarvan is de
persoonsvorm.
De naam
Persoonsvorm
, is gegeven omdat dit
werkwoord past bij de persoon die iets doet.
Slide 4 - Slide
Hoe vind je de pv?
Zet de zin in een
andere tijd.
Het woord dat verandert is de pv.
Maak de zin
vragend.
Het woord dat vooraan komt is de pv.
(dit werkt niet bij vraagzinnen)
Slide 5 - Slide
zinsdelen vinden
Voor de persoonsvorm staat altijd maar één zinsdeel.
Op school
leg
ik altijd mijn jas in het kluisje.
Hij
gaat
in de vakantie naar Spanje.
In het kluisje
liggen
heel veel spullen.
Slide 6 - Slide
Het onderwerp
Nadat je de
pv
en de zinsdelen hebt gevonden, vraag je jezelf:
Wie of wat
doet iets? ( wie loopt, wat werkt, wie slapen?)
Het antwoord hierop is het
onderwerp.
Slide 7 - Slide
voorbeeld
De jongens /
willen
/ morgen / op het veld / voetballen.
pv
Slide 8 - Slide
Werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden samen
in een zin vormen het
werkwoordelijk gezegde.
Een van de werkwoorden
is de
pv.
Als er maar
één ww
is, dan is dat dus de
pv en het ww gezegde.
Slide 9 - Slide
Voorbeelden
Wat is van deze zinnen het gezegde?
Thomas zou zijn vader nog zoveel willen vertellen.
Ik heb hem gisteren niet meer op kunnen bellen.
We gaan verder met het volgende hoofdstuk.
Slide 10 - Slide
lijdend voorwerp
Wie of wat +pv + o + wwg?
Dit is de manier om het lijdend voorwerp te vinden.
Het
lijdend voorwerp
is
iets of een persoon
in de zin die iets ondergaat.
Slide 11 - Slide
werkwoorden in een zin met lijdend voorwerp
In een zin met een lijdend voorwerp staat een werkwoord waarvan je verwacht dat er iets anders bij nodig is.
Zoals: geven, meenemen, brengen, bestellen, gebruiken, willen, enz.
Slide 12 - Slide
Maak opdrachten van 1.7 en 3.7 online
tip: Een lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel.
Slide 13 - Slide
More lessons like this
zinsdelen
December 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Grammatica - zinsdelen
February 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1-4
oefenen 1.7 3.7
December 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
oefenen 1.7 3.7
December 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
1.7 en 3.7 grammatica
January 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
2kader 1.7 Grammatica zinsdelen
September 2021
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
grammatica les 3 - hf 1.7 en hf 3.7
January 2021
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Grammatica - zinsdelen - H1 - LJ2
October 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1-4