oefenen 1.7 3.7

oefenen 1.7 3.7
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

oefenen 1.7 3.7

Slide 1 - Slide

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 2 - Open question

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Slide 3 - Open question

In welke zin vind je een splitsbaar werkwoord?
A
Varun eet zijn broodje op.
B
De temperaturen stijgen nog steeds.
C
Iedereen praat tegenwoordig over het klimaat.

Slide 4 - Quiz

Maak zelf een zin met: ow, pv, lv.

Slide 5 - Open question

Isa zit in haar stoel te slapen. Wat is het werkwoordelijk gezegde van deze zin?
A
zit
B
zit slapen
C
zit te slapen

Slide 6 - Quiz

Christan is aan het gamen met zijn vrienden.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 7 - Open question

Mijn broer heeft zich geabonneerd op een online game.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 8 - Open question

Ze schaamt zich niet voor de rommel.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 9 - Open question

Al die vervuilende gassen komen in de lucht terecht.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 10 - Open question

Hoe kan je zinsdelen maken van zinnen?

Slide 11 - Open question

Verdeel de zin met zinsdeelstrepen in zinsdelen.
Leraren bieden leerlingen op deze manier een spannende leeromgeving.

Slide 12 - Open question

Hoe vind je het meewerkend voorwerp?

Slide 13 - Open question

Het boek wordt weggegooid door het meisje.
A
bedrijvende zin
B
lijdende zin

Slide 14 - Quiz

Wat is het verschil tussen de bedrijvende en de lijdende vorm?

Slide 15 - Open question

Laatst werd ik toch geappt.
A
bedrijvend
B
lijdend

Slide 16 - Quiz

De honden werden uitgelaten.
A
bedrijvend
B
lijdend

Slide 17 - Quiz

De docent legt het meewerkend voorwerp uit.
A
bedrijvend
B
lijdend

Slide 18 - Quiz