Week 13 - cursus Spelling afronden en start thema Helden

Week 13 - cursus Spelling afronden en start thema Helden
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Week 13 - cursus Spelling afronden en start thema Helden

Slide 1 - Slide

Welkom th1b!
Telefoon in de telefoontas? Ga dan lekker zitten en leg op je tafel:
 je leesboek
 - Nieuw Nederlands
 - je schrift en pen
-  opgeladen laptop


Je kunt meteen starten met lezen in je leesboek.



maandag 30 september 2024

Slide 2 - Slide

Na deze les:
  • heb je geoefend met verkleinwoorden te spellen.
Planning van deze les :

  • Lezen in je leesboek - 10 minuten.
  • Taalvoutje van de week
  • Korte uitleg §5 Verkleinwoorden en maken opdrachten.
  • Nabespreken podcastopdracht.



Slide 3 - Slide

Lezen in je leesboek
Je leest ongeveer 10 minuten in stilte.

Slide 4 - Slide

Taalvoutje van de week
Hoe zal dat smaken?

Maakt een komma hier verschil?

Slide 5 - Slide

Cursus Spelling, overzicht
  • Al gedaan: §1 Hoofdletters en leestekens, §2 Laatste letter -d of -t,
    §3 Bijvoeglijk naamwoord, §4 Meervouden

  • Vandaag: §5 Verkleinwoorden
  • Woensdag 27 november - §6 Spellingsalarm en §7 Mixopdrachten (alleen online)
  • Donderdag 28 november: s.o. over cursus Spelling §1 t/m §6







Slide 6 - Slide

Cursus Spelling §5 - Verkleinwoorden
Je maakt van zelfstandige naamwoorden verkleinwoorden door er
  •  -je, tje,pje of -etje achter te zetten: tasje, fotootje, koffietje, raampje, brilletje

  • woorden die eindigen op -ng: soms een -etje: tekening --> tekeningetje,
    soms g = k: woning --> woninkje
  • woorden die eindigen op y krijgen 'tje: baby --> baby'tje


Slide 7 - Slide

Zelf aan de slag 
WAT?     Cursus 7 Spelling -  §5 Verkleinwoorden - opdracht 1 tot en met 3.
                 
HOE?        Zelfstandig op je laptop of in je leerwerkboek, blz. 236-237. 
                           
TIJD          15 minuten 

KLAAR?      Maak opdrachten §4 Meervouden af. 
                      Maak 1 t/m 5 van §6 Spellingsalarm op je laptop.


timer
15:00

Slide 8 - Slide

Volgende les woensdag 27 november
Huiswerk:
§4 Meervouden -  opdrachten 1 t/m 5 alsnog af.
§5 Verkleinwoorden  - 0pdrachten 1 t/m 3 af.

Woensdag 27 november gaan we verder met §6 Spellingsalarm en maken §7 Mixopdrachten (alleen online, dus opgeladen laptop meenemen).

Slide 9 - Slide

Welkom th1b!
Telefoon in de telefoontas? Ga dan lekker zitten en leg op je tafel:
 je leesboek 
 - je schrift en pen
-  opgeladen laptop


Je kunt meteen starten met lezen in je leesboek.



maandag 30 september 2024

Slide 10 - Slide

Na deze les:
  • weet je hoe je woorden die hetzelfde klinken leert spellen.
Planning van deze les :

  • Lezen in je leesboek - 10 minuten.
  • §5 Verkleinwoorden opdrachten nakijken
  • §6 Spellingsalarm maken (online)
  • Quizje cursus Spelling
  • Nabespreken podcastopdracht.



Slide 11 - Slide

Lezen in je leesboek
Je leest ongeveer 10 minuten in stilte.

Slide 12 - Slide

Huiswerk voor vandaag was
§4 Meervouden - opdrachten 1 t/m 5 alsnog af.
§5 Verkleinwoorden - 0pdrachten 1 t/m 3 af.

Slide 13 - Slide

§6 Spellingsalarm
Deze paragraaf staat alleen online in Nieuw Nederlands, niet in je leerwerkboek. 

Wat houdt Spellingsalarm in?
Je leert woorden die hetzelfde klinken juist spellen.

Open je laptop en ga in Magister naar Nieuw Nederlands --> 
§6 Spellingsalarm 

Slide 14 - Slide

Zelf aan de slag
WAT?     Cursus 7 Spelling, §5 Spellingsalarm
                 Maken opdracht 1 tot en met 10,

HOE?    Zelfstandig, op laptop. 
               Daarna zelf nakijken
                
TIJD      15 minuten. 
KLAAR?  Maak §6 Mixopdrachten, opdr. 1 tot en met 6.


timer
2:30

Slide 15 - Slide

En dan nu: een spellingsquizje via LessonUp!

Slide 16 - Slide

'Afgeprijsde': is dit goed of fout?
A
Het is goed.
B
Het is fout, het moet 'afgeprijste' zijn.
C
Het is fout, het moet 'afgepreisde' zijn.
D
Het is fout, het moet 'afgepreiste' zijn.

Slide 17 - Quiz

Wat moet je verwijderen
voor het wassen?
A
spelt
B
speld
C
speldt

Slide 18 - Quiz

Wat is de juiste
schrijfwijze?
A
beivoorbeeld
B
bei voorbeeld
C
bijvoorbeeld
D
bij voorbeeld

Slide 19 - Quiz

Hij/hei/zij/zei.
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Hei/zei zei
B
Hij/zij zij
C
Hij/zij zei
D
Hei/zei zij

Slide 20 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
elastieke haarbanden
B
elastieken haarbanden
C
elastiekke haarbanden
D
elastiekken haarbanden

Slide 21 - Quiz

Wat vind je van deze tekst?
A
Niets mis mee.
B
Hier mist een komma. Beter zou zijn: 'Geen hondenpoep, opruimen a.u.b.'.

Slide 22 - Quiz

Is het 'flanelle' of
'flanellen'?
A
flanelle
B
flanellen

Slide 23 - Quiz

Evaluatie
Je hebt vandaag geleerd woorden die hetzelfde klinken juist te spellen.

Vragen?

Slide 24 - Slide