T5 B4 HV

B4 Beenverbindingen
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 16 t/m 18
timer
5:00
Kennen/Kunnen
  • Ik kan 4 soorten beenverbinding opsommen en herkennen
  • Ik kan de verschillende onderdelen van een gewricht benoemen en de functie uitleggen.
  • Ik kan de 3 soorten gewrichten herkennen en benoemen.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

B4 Beenverbindingen
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 16 t/m 18
timer
5:00
Kennen/Kunnen
  • Ik kan 4 soorten beenverbinding opsommen en herkennen
  • Ik kan de verschillende onderdelen van een gewricht benoemen en de functie uitleggen.
  • Ik kan de 3 soorten gewrichten herkennen en benoemen.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Herhalen
  • Botten verbinden
  • Botten bewegen
  • Tijd voor hw
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Wat is geen functie van het skelet?
A
Zorgen voor vorm
B
Beweging mogelijk maken
C
Organen op de juiste plek houden
D
Organen beschermen

Slide 3 - Quiz

Welk onderdeel van een bot zorgt voor stevigheid?
A
Lijmstof
B
Beenmerg
C
Kalkzout
D
Kraakbeen

Slide 4 - Quiz

In welk deel van een bot worden bloedcellen gemaakt?
A
Mergholte
B
Geel beenmerg
C
Rood beenmerg
D
Bloed beenmerg

Slide 5 - Quiz

Beenverbindingen
  • Vergroeide botten (aan elkaar vastgegroeid)
  • Naden (botten liggen dicht tegen elkaar aan)
  • Kraakbeen (een zacht laagje, beetje beweging)
  • Gewricht (veel beweging mogelijk)

Slide 6 - Slide

Houdt de botten bij elkaar/ het gewricht heel
Zorgt dat de botten soepel kunnen bewegen
Gaat slijtage van het bot tegen
Een gewricht

Slide 7 - Slide

Gewrichten
  • Kogelgewricht (veel beweging mogelijk)
  • Scharniergewricht (beweging in 1 richting mogelijk)
  • Rolgewricht (beweging in 1 richting mogelijk

Slide 8 - Slide

Je duim zit vast aan je hand met een ...
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht
D
draaigewricht

Slide 9 - Quiz

Je knie is een voorbeeld van een ...
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht
D
draaigewricht

Slide 10 - Quiz

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 16 t/m 18
  • Maken Opdr. 13 t/m 18 blz. 16

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Geen vinger opsteken
  • Aan het werk
  • Stil en stoor niemand
  • Blijf op je plek
timer
6:00

Slide 11 - Slide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 16 t/m 18
  • Maken Opdr. 13 t/m 18 blz. 16

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 12 - Slide