Les 4 - woensdag 2 oktober 2024

Clase 4 - período 1 - miércoles 2 de octubre de 2024
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Clase 4 - período 1 - miércoles 2 de octubre de 2024

Slide 1 - Slide

¿Qué hacemos hoy?
Leerdoelen voor vandaag:

1. Ik herhaal belangrijke vragen en antwoorden:
           Hoe gaat het met je? Hoe heet je?
2. Ik herhaal woordenschat die te maken heeft met familie
3. Ik leer de getallen van 1 t/m 20 en ik zeg hoe oud ik ben
4. Ik maak kennis met het werkwoord 'ser' (=zijn)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

¿Cuántos años tienes?
Hoe oud ben je?
Ik ben ... jaar (oud).
      Tengo ... años

Slide 4 - Slide

Tu familia (jouw familie...)
--> Formuleer een antwoord in het Spaans op deze vraag:

¿Cuántos hermanos tienes?     Hoeveel broers en zussen heb je?
Tengo (ik heb) ...

¿ Cuántos tíos tienes?                  Hoeveel ooms en tantes heb je?
Tengo (ik heb) ... 


timer
3:00

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Ser betekent 'zijn'
Te gebruiken in de volgende omstandigheden:

  • identiteit (nationaliteit, geslacht, beroep, afkomst          
  • tijd, datum, dagen en gebeurtenissen
  • bepaald materiaal waarvan iets gemaakt is
  • het aangeven van eigendom

Slide 9 - Slide

Ejercicio 1.06 (pág. 21a)
Vul oefening 1a (alleen de bovenste!) aan met de juiste vormen van het werkwoord 'ser' + schrijf de vertaling op

timer
4:00

Slide 10 - Slide

Ej. 1.06
Ejercicio 1.06

página 21

Slide 11 - Slide

HUISWERK

  • Open de groepslink van Wozzol (www.wozzol.nl), die ik je per chat van Teams heb gestuurd, en leer de woorden en zinnetjes van het thema 'Elkaar ontmoeten' en 'La familia'.
  • https://www.wozzol.nl/woordjes-leren/woordenlijst/spaans 

  • Neem je boek of kopieën mee naar de les van volgende week!

Slide 12 - Slide




https://www.wozzol.nl/woordjes-leren/woordenlijst/spaans

Slide 13 - Slide

¡Nos vemos la próxima clase!
¡Nos vemos la próxima clase!

Slide 14 - Slide

¿Quién es quién? (wie is wie??)
de vader
el padre / el papá
de moeder
la madre / la mamá
de zoon
el hijo
de dochter
la hija
de broer
el hermano
de zus
la hermana
de ouders = los padres
de kinderen = los hijos
de broers en zussen =
los hermanos

Slide 15 - Slide

¿Quién es quién? (wie is wie??)
de opa
el abuelo
de oma
la abuela
de oom
el tío
de tante
la tía
de neef
el primo
de nicht
la prima
de grootouders = los abuelos
de ooms en tantes = 
los tíos
de neven en nichten =
los primos

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide