5.1 De snackwagen

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 3

Economie 

3 VMBO-B

paragraaf: 5.1

De snackwagen

Lesdoel:

In deze paragraaf leer je over twee soorten

productie. En je leert wat er nodig is om te

kunnen produceren.

Theorie

& introductievragen

Productie door gezinnen

Bekijk afbeelding 1.

De moeder van Rick produceert.
Hoe doet ze dat?

Hoe produceert Ricks vader?

Rick produceert ook. Hoe doet hij dat?

De productie door Rick en zijn ouders
wordt gedaan door een

1. bedrijf
2. gezin

De productie door Rick en zijn ouders
wordt ..... betaald.

1. wel
2. niet

De productie door Rick en zijn ouders
wordt ..... bijgehouden in een
administratie..

1. wel
2. niet

Hoe noemen economen de productie bij Rick thuis?

Productie door bedrijven

De productie in Henks snackwagen
wordt gedaan door een

1. bedrijf
2. gezin

De productie in Henks snackwagen
wordt

1. betaald
2. niet betaald

De productie in Henks snackwagen
wordt ....... in de boekhouding
opgeschreven.

1. wel
2. niet

Wat voor soort productie vindt plaats in Henks
snackwagen?

Jorien werkt bij een tuinder. Deze tuinder houdt
een deel van de opbrengst en haar loon buiten zijn
boekhouding.
Dit deel van de productie wordt

1. zwart betaald
2. niet betaald

Gebruik de informatie uit de vorige vraag:

Dit is .......... productie.

1. formele
2. informele

Productie door de overheid

Wie zorgt voor een schoon marktplein?

Productie door de
overheid wordt

1. betaald
2. niet betaald

Productie door de
overheid wordt

1. geregistreerd
2. niet geregistreerd

Wat voor soort productie gebeurt door de overheid?

Productiefactor arbeid

Henk is aan het werk voor zijn bedrijf. Wat doet hij
bijvoorbeeld in zijn kraam?

Wat doet Henk voor zijn bedrijf als hij thuis is?

Welke productiefactor is het werk van Henk voor zijn
bedrijf?

Welk voorbeeld van de productiefactor arbeid bij de
productie van de overheid zie je in de afbeelding?

Productiefactor kapitaal

Bedrijven gebruiken hulpmiddelen bij hun productie.
Hoe heten deze hulpmiddelen?

Welke kapitaalgoederen gebruikt Henk bij zijn werk?

Waarom kan hij niet produceren zonder deze kapitaalgoederen?

Bekijk de afbeelding nog eens. De overheid zorgt voor veiligheid op het plein. Welke hulpmiddelen gebruikt
de overheid daarbij?

Bekijk afbeelding 7A. Welke hulpmiddelen gebruikt
het verhuisbedrijf?

Bekijk afbeelding 7B. Welke hulpmiddelen gebruikt
een muziekband?

Productiefactor natuur

Henk verkoopt patat. Van welke grondstof wordt
patat gemaakt?

Wat is er nodig om patat te kunnen bakken?

Bekijk afbeelding 8. Welk voorbeeld van de productiefactor arbeid zie je op deze afbeelding?

Welk voorbeeld van de productiefactor kapitaal zie je op deze afbeelding?

Welk voorbeeld van de productiefactor natuur zie je op deze afbeelding?

Hoeveel productiefactoren zijn er?

Wat heb je geleerd?

Geef hier aan wat je geleerd hebt deze les.

Wat heb je nog niet goed begrepen en waar wil je graag nog uitleg over?

Meneer Richard!