Herhaling basis genetica

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Welkom V4

Startles 

 Quizje

Opdracht

DNA

Welk organel bevat het DNA wat codeert voor eiwitten die processen in het lichaam regelen?

1. Celkern
2. Mitochondriën
3. Golgisysteem
4. Ribosomen

DNA

Elke cel bevat DNA.

Bij zoogdieren zit het DNA in de celkern

nucleotiden

DNA is opgebouwd uit nucleotiden.

Daarvan zijn er 4 verschillende:

A, C, G en T.

Zet in de juiste volgorde

1. DNA -> fenotype -> eiwit
2. eiwit -> fenotype -> DNA
3. DNA -> eiwit -> fenotype
4. fenotype -> eiwit -> DNA

Stel dat de DNA-code veranderd, is er dan een kans dat je een ander eiwit krijgt in de cel?

1. Ja
2. Nee

Van DNA naar eiwit

DNA

Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA.

DNA=informatie voor al je erfelijke eigenschappen.

Een gen is een stukje DNA.

Cellen gebruiken alleen de genen die ze nodig hebben.

Genvariant - Allel

Allel of genvariant: informatie in een gen

Allelenpaar: twee allelen van een gen

Homozygoot: Gelijke allelen

Heterozygoot: Ongelijke allelen

Dominant allel

Dit allel bepaalt hoe deze eigenschap in het fenotype tot uiting komt.

Recessief allel

Dit allel is ondergeschikt aan een dominant allel in het genenpaar.

Voorbeeld:

A = groene ogen

a = blauwe ogen

Welke kleur ogen hebben de genotype in de afbeelding dan?

Charlie - oogkleur

Genotype:
bruin allel
bruin allel

Fenotype:
Bruine ogen

Genotype:
bruin allel
blauw allel

Fenotype:
Bruine ogen

Moeder van Charlie

Welke stelling is juist?

1. Fenotype = genotype + milieu
2. Milieu = genotype + fenotype
3. Genotype = fenotype + milieu

Hoeveel generaties zijn afgebeeld in deze stamboom?

1. 1
2. 3
3. 2
4. 4

Hoeveel kinderen hebben persoon 1 en 2

1. 1
2. 4
3. 2
4. 3

Wie zijn mannen in deze stamboom?

1. Alle personen weergegeven met een vierkant
2. Alle personen weergegeven met een rondje

- Is dit DNA van een mens?
- Is dit DNA van een man of van een vrouw?

1. Ja - man
2. Ja - vrouw
3. Nee - man
4. Nee - vrouw

Het gen voor taaislijmziekte is ...

1. Dominant
2. Recessief
3. Kan ik niet uit deze stamboom halen
4. Nog nooit van die woorden gehoord

- Heeft een vlo hetzelfde fenotype als de pop waaruit hij is ontstaan?
- En hetzelfde genotype?

1. Ja - Ja
2. Ja - Nee
3. Nee - Ja
4. Nee - Nee

Even oefenen

opdracht 7, 16, 17, 37 en 38