Persoonsvorm en onderwerp oefenen

Met welke 3 proeven kan je de persoonsvorm vinden?
1 / 20
next
Slide 1: Open question
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Met welke 3 proeven kan je de persoonsvorm vinden?

Slide 1 - Open question

Leg uit hoe je met de tijdproef de persoonsvorm vind.

Slide 2 - Open question

Leg uit hoe je met de getalproef de persoonsvorm vind.

Slide 3 - Open question

mm

Slide 4 - Slide

persoonsvorm?
Ik ga naar de bibliotheek.
A
naar
B
ga
C
de
D
ik

Slide 5 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?

'De jongen loopt naar de bus.'
A
De jongen
B
naar
C
loopt
D
de bus

Slide 6 - Quiz

Vandaag draag ik een spijkerbroek.
Wat is de persoonsvorm?
A
vandaag
B
draag
C
ik
D
een spijkerbroek

Slide 7 - Quiz

"Wie is de baas van ons land."

De persoonsvorm =
A
is
B
de baas
C
van
D
ons land

Slide 8 - Quiz

persoonsvorm?
Wie vliegt er naar de maan?
A
wie
B
maan
C
vliegt
D
de maan

Slide 9 - Quiz

In welke zin is boeken de persoonsvorm?
A
De boeken staan hoog in de kast.
B
Marthe en Arno boeken een reisje naar Oslo.
C
Willen jouw ouders die reis naar Spanje nog boeken?
D
Mijn ouders gaan morgen de reis boeken.

Slide 10 - Quiz

Hoe kan ik het onderwerp in een zin vinden?

Slide 11 - Open question



Wat is het onderwerp.
A
De tafel
B
staat
C
op zijn kop

Slide 12 - Quiz

Wat is het onderwerp?
Het huis is schoongemaakt.
A
huis
B
het huis
C
is
D
is schoongemaakt

Slide 13 - Quiz

Wat is het onderwerp?

Meester Gijs legt het onderwerp uit.
15
A
Meester Gijs
B
legt
C
het onderwerp
D
uit

Slide 14 - Quiz

Wat is het onderwerp in de zin?
A
Ik, jij, hij, zij, wij, jullie
B
Wie of wat
C
Het werkwoord
D
niets

Slide 15 - Quiz

Haar wangen gloeien van de warmte.

Wat is het onderwerp in deze zin ?

A
warmte
B
gloeien
C
wangen
D
haar wangen

Slide 16 - Quiz

Het meisje heeft rood haar.
Wat is het onderwerp?

Slide 17 - Open question

Wat is het onderwerp?
Het dwergzijdeaapje is een schatje.

Slide 18 - Open question

Wat is het onderwerp?
Kon ik maar vliegen.

Slide 19 - Open question

Wat is het onderwerp?
Zijn de glaskikkers schoon?

Slide 20 - Open question