B&F Taal Het onderwerp 1

ONDERWERP
B&F TAAL 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

ONDERWERP
B&F TAAL 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Het onderwerp
Zo vind je het onderwerp
:


1. Zoek de persoonsvorm.
2. Vraag: wie of wat + persoonsvorm

Het antwoord op die vraag is het onderwerp.

Slide 3 - Slide

Het onderwerp
Zo vind je het onderwerp :

1. Zoek de persoonsvorm.
2. Vraag: wie of wat + persoonsvorm
Het antwoord op die vraag is het onderwerp.

Slide 4 - Slide

Wat is het onderwerp?
De olifant doet een bommetje.

Slide 5 - Open question

Wat is het onderwerp?
Heel zachtjes duikt de krokodil onder water.

Slide 6 - Open question

Wat is het onderwerp?
De ijsberen eten een ijsje.

Slide 7 - Open question

Wat is het onderwerp?
De kanarie springt op de trampoline.

Slide 8 - Open question

Wat is het onderwerp?
Kon ik maar vliegen.

Slide 9 - Open question

Wat is het onderwerp?
Het jachtluipaard maakt een sprong.

Slide 10 - Open question

Wat is het onderwerp?Hangbuikzwijnen lusten geen patat.

Slide 11 - Open question

Wat is het onderwerp?
De doktersvissen spartelen in het water.

Slide 12 - Open question

Wat is het onderwerp?
Gaan we op safari?

Slide 13 - Open question

Wat is het onderwerp?
De dieren loeren.

Slide 14 - Open question

Wat is het onderwerp?
De blobvis kijkt in de spiegel.

Slide 15 - Open question

Wat is het onderwerp?
De stermol zweeft niet in de ruimte.

Slide 16 - Open question

Wat is het onderwerp?
Het dwergzijdeaapje is een schatje.

Slide 17 - Open question

Wat is het onderwerp?
Het watusirund graast.

Slide 18 - Open question

Wat is het onderwerp?
De narwhal zwemt in het rond.

Slide 19 - Open question

Wat is het onderwerp?
De komondor lijkt op een zwabber.

Slide 20 - Open question

Wat is het onderwerp?
De yeti krab maakt de zee onveilig.

Slide 21 - Open question

Wat is het onderwerp?
Zijn de glaskikkers schoon?

Slide 22 - Open question

Wat is het onderwerp?
Het zee-varken houdt niet van land.

Slide 23 - Open question

Einde!

Slide 24 - Slide