This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
7.1 Alles werkt samen
7.1
Alles werkt samen
Slide 2 - Slide
Ademen en eten|
EXAMEN LEERDOELEN
BI/K9/7
Delen van het ademhalingsstelsel noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functie(s)en werking
beschrijven:
*naam, ligging, bouw, werking en functie van delen van het ademhalingsstelsel, met name:
– mondholte, neusholte en keel (met huig en strotklepje);
– luchtpijp met kraakbeenringen, slijmvlies met trilharen;
– bronchiën;
– longblaasjes;
*verschillen tussen borst- en buikademhaling/ventilatiebewegingen door veranderingen van borstkas, middenrifspieren, buikspieren en tussenribspieren;
*functie van hoesten;
voordelen van ademhalen via de neus in vergelijking met ademhaling via de mond;
*kwaliteit van ingeademde lucht i.v.m. astma, bronchitis, longemfyseem en hooikoorts.
Slide 3 - Slide
7.1 en 7.2 Leerdoelen
-Waaruit bestaat het lichaam
-Hoe komen de cellen aan energie
-Waardoor is er altijd voldoende glucose
-Suikerziekte
-Bouw ademhalingsstelsel
-Hoe haal je adem
-Hoe komt zuurstof in je bloed
-Gevolgen slecht werkende longen
-Gevolgen roken
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Verbranding:
Glucose + zuurstof----->
water+koolstofdioxide+ENERGIE
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Te veel glucose
door insuline
glucose wordt omgezet in glycogeen
Slide 9 - Slide
te weinig glucose
glycogeen wordt afgebroken en er ontstaat weer glucose
door glucagon
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
0
Slide 13 - Video
7.1: Snap je
Alles werkt samen?
Slide 14 - Slide
Tot welk orgaanstelsel behoren je organen de longen?
A
Spijsverteringsstelsel
B
Hormoonstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Spierstelsel
Slide 15 - Quiz
Tot welk orgaanstelsel behoort je orgaan de maag?
A
Spijsverteringsstelsel
B
Hormoonstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Spierstelsel
Slide 16 - Quiz
Sleep de woorden naar het juiste vakje door van klein naar groot te gaan.
cel
weefsel
organisme
orgaan
orgaanstelsel
Slide 17 - Drag question
Welk hormoon produceer je als het glucosegehalte in je bloed te laag is?
A
Glucagon
B
Glycogeen
C
Insuline
D
Prolactine
Slide 18 - Quiz
Waar wordt insuline geproduceerd?
A
Hypofyse
B
Teelbal
C
Schildklier
D
Eilandjes van Langerhans
Slide 19 - Quiz
Welk hormoon produceert je alvleesklier na je ontbijt?
A
Insuline
B
glucagon
C
adrenaline
D
Is niet te zeggen
Slide 20 - Quiz
7.2 Ademen
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
filmpje: (6.20 min)
Bekijk zelf de samenvatting van 7.2 ademhaling
(zie volgende dia)
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Video
Practicum 2: Koolstofdioxide in- en uitgeademde lucht(WB blz. 24)
In de gaswasfles zit een laagje helder kalkwater.
Één buisje zit inde vloeistof (B)
Één buisje is eigenlijk geen buisje maar alleen een mondstuk (A)
Leerling 1 zuigt aan het mondstukje dat boven de vloeistof hangt:
(Zuig aan A korte buis, deze hangt NIET in de vloeistof )
> Maak practicum2 op blz. 24 in het bovenste deel van de tabel achter ingeademde lucht
Daarna:
Leerling 2 blaast door het buisje dat in de vloeistof hangt (buisje B lange buis)
> Noteer in de tabel uitgeademde lucht, noteer je waarneming en maak de conclusie..