Paragraaf 6.4: de arbeidsmarkt

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Paragraaf 6.4

Lesdoel: je begrijpt wie de vragers en wie de aanbieders zijn op de arbeidsmarkt

Je begrijpt hoe loon de prijs is van arbeid, en hoe dit een gevolg is van vraag en aanbod

Je begrijpt dat een hoger minimumloon uiteindelijk tot werkloosheid kan leiden

Welke 3 begrippen begrijp je goed?

Over welke 3 begrippen heb je vragen? (meer mag uiteraard)

ARBEIDSMARKT

Arbeidsmarkt

• het geheel van vraag naar en aanbod van arbeid

• Vraag naar arbeid door bedrijven

• Aanbod van productiefactor arbeid door arbeiders

Krappe arbeidsmarkt

Ruime arbeidsmarkt

CAO

• Collectieve Arbeidsovereenkomst
• Een overeenkomst tussen werkgevers en werknemers over arbeidsvoorwaarden. 
• Alle bedrijven die onder een CAO vallen, moeten zich houden aan de regels van de CAO
• Werkgevers vertegenwoordigd door werkgeversorganisaties
• Werknemers vertegenwoordigd door vakbonden

Vraag- en aanbodoverschot

Theorie: het minimumloon

In Nederland kennen we het minimumloon: het minimale loon wat een werknemer betaald moet krijgen.

Vul op je antwoordblad in:

Waarom is er een minimumloon ingesteld? Wie profiteert daar van? 

Bonusvraag (moeilijker): Leg uit dat een (hoog) minimumloon tot werkloosheid kan leiden.

Minimumloon

Paragraaf 6.4

Lesdoel: je begrijpt wie de vragers en wie de aanbieders zijn op de arbeidsmarkt

Je begrijpt hoe loon de prijs is van arbeid, en hoe dit een gevolg is van vraag en aanbod

Je begrijpt dat een hoger minimumloon uiteindelijk tot werkloosheid kan leiden

Oefenen? 

Begrippen leren via Quizlet

Meer opgaven maken (alle uitwerkingen staan in Teams onder bestanden)

Paragraaf 5 bestaat uit oefenopgaven en op blz 204 tot 206 staan oefeningen voor de toets