Verbo gustar

iBUENOS DÍAS!
1 / 36
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

iBUENOS DÍAS!

Slide 1 - Slide

Programa
1.  Controlar deberes
Conocer ww GUSTAR
3. Oefenen zinnen schrijven met gustar
4. Deberes

Slide 2 - Slide

VERBO GUSTAR
---VERBO GUSTAR---

Slide 3 - Slide

La objetivo de la clase=het doel van de les
Kennis maken met het werkwoord GUSTAR

Aan het einde van de les:
Jullie kunnen zinnen maken met GUSTAR

Slide 4 - Slide

Wat betekend gustar / vervoeging 

Slide 5 - Slide

wanneer gebruik je gusta of gustan?

Slide 6 - Slide

Más ejemplos

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

andere werkwoorden zoals GUSTAR

Slide 9 - Slide

Maakt een zin

Slide 10 - Slide

Tarea=opdracht
hacer el ejercicio 4 y 5 in tweetallen in je boek
timer
10:00

Slide 11 - Slide

?
Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 12 - Slide

Repaso de Gustar

Slide 13 - Slide

La objetivo de la clase=het doel van de les
Repaso(herhaling) van het werkwoord GUSTAR

Aan het einde van de les:
Jullie kunnen zinnen maken met GUSTAR

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Más ejemplos

Slide 16 - Slide

Lessonup
Hacer ejercicios

Slide 17 - Slide

Wat betekent gustar?
A
leuk vinden
B
houden van
C
lekker vinden
D
alle drie

Slide 18 - Quiz

Of het gusta of gustan moet zijn, hangt af van:
A
de persoon die iets mooi/leuk/lekker vindt
B
wat het onderwerp van de zin mooi/leuk/lekker vindt

Slide 19 - Quiz

De woordvolgorde in zinnen met gustar kan:
A
op één manier
B
op twéé manieren

Slide 20 - Quiz

In een ontkennende zin zet je no:
A
voor "me, te, le"
B
tussen "me, te, le" en gustar

Slide 21 - Quiz

LET OP!
Je gebruikt "gustar" in het enkelvoud als er 
een heel werkwoord na het werkwoord "gustar"staat.
- Me gusta ir a las tiendas -

Slide 22 - Slide

EJERCICIO
Koppel de vormen van het werkwoord "gustar" met 
de persoonlijke voornaamwoorden

Slide 23 - Slide

El verbo gustar
Sleep het Spaanse woord naar de Nederlandse vertaling. 
yo
él/ella
le
me
te

Slide 24 - Drag question

EJERCICIO
Koppel de werkwoord "gustar" in meervoud of enkelvoud 
met het onderwerp.

Slide 25 - Slide

El verbo gustar
Sleep het Spaanse woord naar de Nederlandse vertaling. 
escuchar música
el chocolate
los gatos
la pizza
las albóndigas
la guitarra
gustan
gusta
gusta
gustan
gusta
gusta

Slide 26 - Drag question

Tarea
Welke vorm van gustar ontbreekt?

Slide 27 - Slide


Me ____(gustar)____ los hoteles.

Slide 28 - Open question


Nos ____(gustar)____ la sandía.

Slide 29 - Open question


¿Te ____(gustar)____ ir de compras?

Slide 30 - Open question


¿Os ____(gustar)____ la pizza?

Slide 31 - Open question


¿Te ____(gustar)____ las canciones románticas?

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Video

Maak een zin met "gustar".
(me-te-le-nos-os-les)

Slide 34 - Open question

Qué has aprendido=Wat heb je geleerd?

Slide 35 - Slide

Deberes
Hacer los ejercicios de gustar en lifo huiswerk 

Slide 36 - Slide