Verbo gustar

VERBO GUSTAR
---VERBO GUSTAR---
1 / 22
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

VERBO GUSTAR
---VERBO GUSTAR---

Slide 1 - Slide

Wat betekent gustar?
A
leuk vinden
B
houden van
C
lekker vinden
D
alle drie

Slide 2 - Quiz

Me gusta el chocolate

Slide 3 - Slide

Of het gusta of gustan moet zijn, hangt af van:
A
de persoon die iets mooi/leuk/lekker vindt
B
wat het onderwerp van de zin mooi/leuk/lekker vindt

Slide 4 - Quiz

Nos gusta el chocolate
Te gustan las motos

Slide 5 - Slide

De woordvolgorde in zinnen met gustar kan:
A
op één manier
B
op twéé manieren

Slide 6 - Quiz

Te gusta el chocolate
El chocolate te gusta

Slide 7 - Slide

In een ontkennende zin zet je no:
A
voor "me, te, le"
B
tussen "me, te, le" en gustar

Slide 8 - Quiz

No le gusta el chocolate
El chocolate no le gusta

Slide 9 - Slide

LET OP!
Je gebruikt "gustar" in het enkelvoud als er 
een heel werkwoord na het werkwoord "gustar"staat.
- Me gusta ir a las tiendas -

Slide 10 - Slide

EJERCICIO
Koppel de vormen van het werkwoord "gustar" met 
de persoonlijke voornaamwoorden

Slide 11 - Slide

El verbo gustar
Sleep het Spaanse woord naar de Nederlandse vertaling. 
yo
él/ella
le
me
te

Slide 12 - Drag question

EJERCICIO
Koppel de werkwoord "gustar" in meervoud of enkelvoud 
met het onderwerp.

Slide 13 - Slide

El verbo gustar
Sleep het Spaanse woord naar de Nederlandse vertaling. 
escuchar música
el chocolate
los gatos
la pizza
las albóndigas
la guitarra
gustan
gusta
gusta
gustan
gusta
gusta

Slide 14 - Drag question

Tarea
Welke vorm van gustar ontbreekt?

Slide 15 - Slide


Me ____(gustar)____ los hoteles.

Slide 16 - Open question


Nos ____(gustar)____ la sandía.

Slide 17 - Open question


¿Te ____(gustar)____ ir de compras?

Slide 18 - Open question


¿Os ____(gustar)____ la pizza?

Slide 19 - Open question


¿Te ____(gustar)____ las canciones románticas?

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Video

Maak een zin met "gustar".
(me-te-le-nos-os-les)

Slide 22 - Open question