What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
GR 22.1 - Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp
Grammatica zinsdelen
1 / 10
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
10 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Het lijdend voorwerp
Grammatica zinsdelen
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les:
- wat de kenmerken en functies van het lijdend voorwerp zijn;
- hoe we het lijdend voorwerp uit de zin kunnen halen.
Slide 2 - Slide
Wat is het gezegde in de volgende zinnen?
Dat lijkt mij bijzonder onwaarschijnlijk.
Het dak is vorige week ingestort.
Wij zijn vorige week ziek geweest.
Zij nam de telefoon gisteren niet op.
Slide 3 - Slide
Even terug...
In de vorige lessen hebben we gekeken naar het onderwerp, de persoonsvorm en het werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde.
Dit is heel belangrijk voor het volgende onderdeel: het lijdend voorwerp.
Slide 4 - Slide
Het lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp is diegene of datgene die of dat een handeling ondergaat; er wordt iets met het lijdend voorwerp gedaan.
Het lijdend voorwerp vinden we door de vraag te stellen:
Wie of wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?
Slide 5 - Slide
Kenmerken van het lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp kan een los woord zijn, maar ook een woordgroep.
Als je van een actieve zin een passieve zin maakt, wordt het lijdend voorwerp het onderwerp.
In een enkelvoudige zin met een naamwoordelijk gezegde kan geen lijdend voorwerp voorkomen.
Slide 6 - Slide
Voorbeeld
De spits heeft weer een prachtig doelpunt gescoord.
Stap 1: Wat is de persoonsvorm?
Stap 2: Wat is het onderwerp?
Stap 3: Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 7 - Slide
Voorbeeld
De spits heeft weer een prachtig doelpunt gescoord.
Stap 1: Wat is de persoonsvorm?
heeft
Stap 2: Wat is het onderwerp?
De spits
Stap 3: Wat is het werkwoordelijk gezegde?
heeft gescoord
Slide 8 - Slide
Voorbeeld
De spits heeft weer een prachtig doelpunt gescoord.
Stap 1: Wat is de persoonsvorm?
heeft
Stap 2: Wat is het onderwerp?
De spits
Stap 3: Wat is het werkwoordelijk gezegde?
heeft gescoord
We stellen de vraag:
Wat heeft de spits gescoord?
Slide 9 - Slide
Aan de slag
Werk nu aan opdracht 1 tot en met 3 op pagina 91.
Slide 10 - Slide
More lessons like this
Les 09 - Lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp
November 2021
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Les 01 - Lijdend voorwerp en plot
April 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Zinsontleding
November 2022
- Lesson with
14 slides
Grammatica 2k pv-lv NN
October 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
L17 Zinsdelen
April 2024
- Lesson with
49 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Grammatica 2k pv-mv NN
April 2023
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
1.7 Grammatica
September 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Woordvolgorde
June 2022
- Lesson with
24 slides
English
Tertiary Education