lijdend voorwerp - meewerkend voorwerp - onderwerp

Inhoudswoorden!

- Onderwerp

- Lijdend voorwerp

- Meewerkend voorwerp

1 / 13

Slide 1: Slide

TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Inhoudswoorden!

- Onderwerp

- Lijdend voorwerp

- Meewerkend voorwerp

Slide 1 - Slide

Het onderwerp

Wie (of wat) + gezegde

Slide 2 - Slide

Een groep nieuwe klasgenoten staat bij het hek.

Slide 3 - Slide

Wat is het onderwerp in deze zin?
Pietje geeft zijn vriend een grote taart.

Slide 4 - Open question

Ze geven Dirk een eng gevoel.

Slide 5 - Open question

Lijdend voorwerp

Wat (of wie) + gezegde + onderwerp

Slide 6 - Slide

Ella geeft haar telefoonnummer aan Shanti.

Slide 7 - Slide

Wat is het lijdend voorwerp?
Hij bezorgt haar een goede fiets.

Slide 8 - Open question

wat is het lijdend voorwerp?
De leraar gaf de leerlingen een interessante opdracht.

Slide 9 - Open question

Meewerkend voorwerp

Aan wie + gezegde + onderwerp + (lijdend voorwerp)

Slide 10 - Slide

De leraar gaf de leerling een compliment.

Slide 11 - Slide

Wat is het meewerkend voorwerp?
Mijn moeder vertelde ons een spannend verhaal.

Slide 12 - Open question

Wat is het meewerkend voorwerp?
De chef serveerde de gasten een heerlijk diner.

Slide 13 - Open question