Sommige werkwoorden hebben nooit een meewerkend voorwerp, sommige werkwoorden soms, sommige altijd. Je kunt een dergelijk werkwoord herkennen door te vragen:
"Kan ik aan iemand iets [werkwoord]?"
Kan ik aan iemand iets geven? Ja, dan is die iemand het meewerkend voorwerp.
Kan ik aan iemand iets dromen? Nee, dus dromen kan geen meewerkend voorwerp bij zich hebben.