MCAWIS lj 1 dt 6 les 3

Vandaag
  • Herhalen driehoeken
  • Uitleg hoofdstuk 13.5: Samen 180 graden
  • Uitleg hoofdstuk 13.4: verschillende vierhoeken
1 / 25
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Vandaag
  • Herhalen driehoeken
  • Uitleg hoofdstuk 13.5: Samen 180 graden
  • Uitleg hoofdstuk 13.4: verschillende vierhoeken

Slide 1 - Slide

Hoe noemen we een driehoek als de zijden allemaal even lang zijn?

Slide 2 - Open question

Hoe noem je de twee hoeken van een gelijkbenige driehoek die even groot zijn?

Slide 3 - Open question

Hoeveel rechte hoeken heeft een rechthoekige driehoek?

Slide 4 - Open question

Wat is de naam van deze driehoek?
Geef je antwoord zo volledig mogelijk.

Slide 5 - Open question

Gestrekte hoek
Misschien kun je je de gestrekte hoek nog herinneren. Dat was een hoek van 180°.

Stel nu dat we die hoek in tweeën gaan verdelen. Hoe groot zijn die hoeken dan samen? Hoek B en A moeten dan natuurlijk ook samen 180° zijn. 

Slide 6 - Slide

Gestrekte hoek
Als we dus weten dat ∟1 = 56° , dan kunnen we nu uitrekenen hoeveel hoek 2 is. 

∟1 + ∟2= 180°
Dus ∟2 = 180° -  ∟1 
Dus ∟2 = 180° - 56° = 124° 

Slide 7 - Slide

Gestrekte hoek
Het maakt hierbij niet uit in hoeveel hoeken de gestrekte hoek is opgedeeld. 

Hier zie je 3 hoeken, die samen 180° zijn (32,9° moet je afronden op 33°)

∟1 + ∟2 + ∟3 = 180°
33° + 87° + 60° = 180°


Slide 8 - Slide

13.5 Hoekensom driehoek

De drie hoeken van een driehoek zijn even groot als een gestrekte hoek. In elke driehoek zijn de hoeken opgeteld samen 180 graden! 



Hoekensom driehoek = 180 graden

Slide 9 - Slide

Hoekensom driehoek

A+B+C=180°

Slide 10 - Slide

Driehoeken samen 180°
Zoals we op de vorige dia zagen, vormen 3 hoeken samen een gestrekte hoek van 180°. Maar 3 losse hoeken vormen ook samen een driehoek!

Dus een driehoek heeft ook altijd samen 180°

Slide 11 - Slide

Driehoek samen 180°
Ook hiervoor kunnen we een sommetje opschrijven. 
∟1 + ∟2 + ∟3 = 180°
52° + 104° + 24° = 180°

∟E + ∟F + ∟D = 180°
25° + 90° + ∟D = 180°
∟D = 180°
- 25° - 90° = 65°
Dus ∟D = 65°

Slide 12 - Slide

Welke hoeken zijn samen 180 graden?
A
A1+A2
B
A1+A3
C
A2+A4
D
A2+A3

Slide 13 - Quiz

Alle hoeken samen van een driehoek zijn:
A
90 graden
B
180 graden
C
360 graden
D
45 graden

Slide 14 - Quiz

In een driehoek is een hoek 40 graden en een andere hoek is 65 graden. Hoe groot is de derde hoek?
A
95 graden
B
55 graden
C
75 graden
D
85 graden

Slide 15 - Quiz

Hoe groot is hoek C?
A
210 graden
B
55 graden
C
30 graden
D
Kun je zo niet berekenen, driehoek is niet rechthoekig.

Slide 16 - Quiz

In een driehoek is :
Hoek A 90 graden
Hoek B 60 graden
Hoe groot is hoek C?
A
0
B
30
C
60
D
90

Slide 17 - Quiz

Driehoek ABC is rechthoekig. hoek C is de rechte hoek, hoek A = 38 graden, bereken hoek B
A
52
B
71
C
Dit kan je niet berekenen

Slide 18 - Quiz

Leerdoel
Je leert verschillende vierhoeken en kan de vierhoeken op twee manieren herkennen:
- Door een omschrijving van verschillende eigenschappen.
- Door een plaatje en daarbij kan je de verschillende eigenschappen geven.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Heeft een parallellogram een symmetrie-as?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz