Oefentoets PTA 1421

Oefentoets PTA 1421
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefentoets PTA 1421

Slide 1 - Slide

Welkom
Deze oefentoets is een oefening op het PTA 1421 Voortplanting, erfelijkheid & evolutie.

De oefentoets maak je met je tekstboek erbij!

Wanneer je een vraag niet weet zoek je het antwoord op.
Blijf oefenen totdat je alle vragen goed hebt.

Slide 2 - Slide

Uit een onderzoek blijkt dat bij Christa de rijping van eicellen niet goed verloopt.
Ze kan wel zwanger worden na een reageerbuisbevruchting.
Ze krijgt hiervoor eerst hormonen toegediend om de rijping van eicellen te stimuleren.
Waar treedt de rijping van eicellen op?
A
In de baarmoeder
B
In de eierstokken
C
In de eileiders
D
In de eicellen

Slide 3 - Quiz

Welke letter geeft het orgaan aan waarin een embryo zich innestelt?

A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 4 - Quiz

Waar worden zaadcellen aangemaakt?
A
In de zaadleiders
B
In de teelballen
C
In de bijballen
D
In de zaadblaasjes

Slide 5 - Quiz

Leg uit waardoor zaadcellen zonder zweepstaart onvruchtbaarheid tot gevolg
hebben.

Slide 6 - Open question

Welke letter geeft het deel aan waar zaadvocht gemaakt wordt?
A
Q
B
P
C
U
D
T

Slide 7 - Quiz


Op welke dag begint het opbouwen van het slijmvlies?
A
dag 1
B
dag 6
C
dag 14
D
dag 18

Slide 8 - Quiz

Je ziet bovenaan een klein bolletje.
Wat is dat?
A
De menstruatie
B
De eisprong = ovulatie
C
De afbraak van het baarmoederslijmvlies
D
Een zaadcel; eisprong

Slide 9 - Quiz

Op het moment van de zaadlozing kan de man niet plassen, doordat ?

Slide 10 - Open question

Welke afvoergangen zijn na sterilisatie onderbroken?

Slide 11 - Open question

Van de eerste keer seks kun je niet zwanger worden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Als je op tijd stopt, kun je rustig zonder condoom vrijen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Je kunt uitrekenen wanneer je vruchtbaar bent op onvruchtbare dagen rustig zonder condoom vrijen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Hoe heet onderdeel R?

Slide 15 - Open question

Hoe heet onderdeel Q?

Slide 16 - Open question

Secundaire geslachtskenmerken ontstaan op latere leeftijd onder invloed van geslachtshormonen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Bij de uitdrijvingsfase zijn er persweeën waardoor de baby naar buiten wordt geduwd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Wat verandert hier bij deze persoon?
A
Fenotype
B
Genotype
C
Fenotype en Genotype
D
Fenotype en Genotype blijven gelijk

Slide 19 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
Fenotype = genotype + milieu
B
Milieu = genotype + fenotype
C
Genotype = fenotype + milieu

Slide 20 - Quiz

DNA is een stof die opgeslagen ligt in de chromosomen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Wat is de eerste fase van de bevalling?

Slide 22 - Open question

In welke fase van de bevalling komt de placenta naar buiten?

Slide 23 - Open question

Robert en Jip kiezen voor een voorbehoedsmiddel waarbij een bevruchte eicel niet in het baarmoederslijmvlies kan innestelen.
Welk voorbehoedsmiddel hebben ze gekozen?
A
Condoom
B
Pessarium
C
Pil
D
Spiraaltje

Slide 24 - Quiz

Hebben alle spiercellen van een man hetzelfde genotype of hebben ze een ander genotype?
A
Hetzelfde genotype
B
Verschillende genotypen

Slide 25 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Wat voor soort bloem is dit?
A
Insectenbloem
B
Windbloem

Slide 26 - Quiz

Geef 1 kenmerk van deze bloem in de afbeelding waaraan je kunt zien dat dit een insectenbloem is.

Slide 27 - Open question

In de afbeelding zie je een aardbeienplant. Hoe heet deze vorm van ongeslachtelijke voortplanting?

Slide 28 - Open question

Hoe heet nummer 3?
A
Stamper
B
Stijl
C
Stempel
D
Helmknop

Slide 29 - Quiz

Hoe heet nummer 5?
A
Stempel
B
Stijl
C
Vruchtbeginsel
D
Helmknop

Slide 30 - Quiz

Wat is een mutatie?

Slide 31 - Open question

Marit fokt met katten. Zij wil graag katten met een heel lichtgrijze kleur.
Daarom kiest zij een mannetje en vrouwtje uit waarvan de vachtkleur het meest lijkt op de kleur die zij wil. Deze dieren mogen met elkaar paren.
Hoe heet het proces dat Marit toepast?
A
evolutie
B
kunstmatige selectie
C
mutatie
D
natuurlijke selectie

Slide 32 - Quiz

Bij Ellen is een eicel bevrucht. Waar in haar lichaam vond deze bevruchting plaats?
A
Baarmoeder
B
eileider
C
vagina

Slide 33 - Quiz

In de afbeelding zie je een doorsnede van het voortplantingsorgaan van de vrouw. Welke letter in de afbeelding geeft de plaats aan waar de anticonceptiering zich bevindt als die op de juiste manier is ingebracht?
A
Q
B
R
C
S

Slide 34 - Quiz

Welke letter geeft het orgaan aan dat zaadcellen maakt?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 35 - Quiz

Wanneer je je haar een ander kleurtje geeft, verander je je genotype.
A
juist
B
onjuist

Slide 36 - Quiz

Carien en André verwachten een kind. Tijdens de zwangerschap wordt een vruchtwaterpunctie gedaan.
Hierbij wordt ontdekt dat het kindje taaislijmziekte heeft.
Wat heeft de arts bij de vruchtwaterpunctie gedaan?

A
Met een naald heeft hij cellen van de moeder uit de placenta gehaald.
B
Met een naald heeft hij cellen van het embryo uit de placenta gehaald.
C
Met een naald heeft hij vruchtwater met daarin cellen van de moeder opgezogen.
D
Met een naald heeft hij vruchtwater met daarin cellen van het kind opgezogen.

Slide 37 - Quiz

Hebben prikken een wervelkolom?

A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quiz

Welke soorten leggen eieren met schaal?
A
Zoogdieren en reptielen
B
Vogels
C
Reptielen en vogels
D
Vissen

Slide 39 - Quiz

Met welke nummers zijn soorten aangegeven die uit soort 7 zijn ontstaan?
A
6
B
8, 2
C
6,2,3
D
2,3

Slide 40 - Quiz