H2.7 grammatica (les 2)

Welkom!
Ga zitten volgens de plattegrond.
Leg alvast klaar:
  • je leerwerkboek op pagina 155
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Ga zitten volgens de plattegrond.
Leg alvast klaar:
  • je leerwerkboek op pagina 155

Slide 1 - Slide

Planning
  • Huiswerk 2.7 bekijken
  • Herhalen bijwoordelijke bepaling
  • Werkmoment
  • Afsluiten van de les


Slide 2 - Slide

Huiswerk
2.7 pagina 155
opdracht 4 en 6

Slide 3 - Slide

Stap 1: zoek de pv
De kinderen bewonderden de prachtige bogen en ze volgden de instructies van de trainer de eerste tien minuten.

Zet de zin in een andere tijd. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm (pv).
2.7 grammatica opdracht 6 zin d (p. 156)

Slide 4 - Slide

Stap 2: zinsdeelstrepen
De kinderen bewonderden de prachtige bogen en ze volgden de instructies van de trainer de eerste tien minuten.

Kijk per zinsdeel wat er voor de persoonsvorm kan.
2.7 grammatica opdracht 6 zin d (p. 156)

Slide 5 - Slide

Stap 3: zoek het gezegde
De kinderen | bewonderden (pv) | de prachtige bogen || 
en ze | volgden (pv) | de instructies van de trainer | de eerste tien minuten.

Het werkwoordelijk gezegde (wg) zijn alle werkwoorden in de zin (dus ook de pv). Daarbij horen ook aan het, te, zich en scheidbare werkwoorden.


Slide 6 - Slide

Stap 4: zoek het onderwerp
De kinderen | bewonderden (wg) | de prachtige bogen ||
en ze | volgden (wg) | de instructies van de trainer de eerste tien minuten.

Wie/wat + gezegde? Antwoord hierop is het onderwerp (o).

Slide 7 - Slide

Stap 5: zoek het lijdend voorwerp
De kinderen (o) | bewonderden (wg) | de prachtige bogen ||
en | ze (o) | volgden (wg) | de instructies van de trainer | de eerste tien minuten.

Wie/wat + wg + o? Antwoord hierop is het lijdend voorwerp.

Slide 8 - Slide

Stap 6: zoek het meewerkend voorwerp
De kinderen (o) | bewonderden (wg) | de prachtige bogen (lv) ||
en | ze (o) | volgden (wg) | de instructies van de trainer (lv) |de eerste tien minuten .

Aan/voor wie/wat + gezegde + o + lv? Antwoord hierop is het meewerkend voorwerp.

Slide 9 - Slide

Stap 7: benoem overige zinsdelen
De kinderen (o) | bewonderden (wg) | de prachtige bogen (lv) ||
en | ze (o) | volgden (wg) | de instructies van de trainer (lv) |de eerste tien minuten .

De zinsdelen die overblijven zijn bijwoordelijke bepalingen. Die zinsdelen geven antwoord op vragen als waardoor, wanneer, hoe, waarmee, waar, waarmee?

Slide 10 - Slide

Bijwoordelijke bepaling
De zinsdelen die overblijven zijn bijwoordelijke bepalingen. 
Die zinsdelen geven antwoord op vragen als waardoor, wanneer, hoe, waarmee, waar, waarmee?

Zie pagina 157 => laatste stap ontleden.

Slide 11 - Slide

Instructie
  • Werk alleen, maak de opdrachten in je leerwerkboek.
  • Je kijkt zelf na met de studiewijzer in Magister.
  • Weet je iets niet? 
  1. Lees de theorie.
  2. Overleg zachtjes met je buur.
  3. Vraag het mij.

Slide 12 - Slide

Maken
Paragraaf 2.7
Maak opdracht 6 af.
Maak opdracht 8 en 10.

Alles af? 
Oefen met de woorden via Quizlet.


Slide 13 - Slide

Gisteren bakte ik een overheerlijke taart.
Wat is de pv?

Slide 14 - Open question

Gisteren bakte ik een overheerlijke taart.
Wat is het o?

Slide 15 - Open question

Gisteren bakte ik een overheerlijke taart.
Wat is het wg?

Slide 16 - Open question

Gisteren bakte ik een overheerlijke taart.
Wat is het lv?

Slide 17 - Open question

Gisteren bakte ik een overheerlijke taart.
Wat is het mw?

Slide 18 - Open question

Gisteren bakte ik een overheerlijke taart.
Welke bwb's zitten er in de zin?

Slide 19 - Open question

Afsluiting
  • Huiswerk volgende les staat in Magister.
  • We gaan verder met paragraaf 1.8 onderdeel spelling.

Slide 20 - Slide