Stappenplan zinsdelen met oefeningen

Stappenplan zinsdelen met oefeningen.

Schrijf de volgende zin in je schrift.

Schrijf vervolgens de stappen op om de zinsdelen te vinden.

Controleer of je alles hebt benoemd.



In de laatste dia's staan nog een keer alle stappen uitgelegd in een aantal video's.

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Stappenplan zinsdelen met oefeningen.

Schrijf de volgende zin in je schrift.

Schrijf vervolgens de stappen op om de zinsdelen te vinden.

Controleer of je alles hebt benoemd.



In de laatste dia's staan nog een keer alle stappen uitgelegd in een aantal video's.

Slide 1 - Slide

Zin 1
In Arnhem kun je Burgers Zoo bezoeken.

Slide 2 - Slide

Stappenplan

1. Zoek de pv. Verander de tijd van de zin....

In Arnhem kun je Burgers Zoo bezoeken.


2. WG  =>  Pv + overige ww.

Kun, bezoeken




Slide 3 - Slide

In Arnhem kun je Burgers Zoo bezoeken.

3. Onderwerp.   = wie/wat + wg

Wie kun/kan bezoeken? je


4. LV =  wie/wat + wg+ o

Wat kun je bezoeken? Burgers Zoo


De hele zin:


In Arnhem / kun   /   je / Burgers Zoo / bezoeken.

                       pv/wg    o            lv                          wg



Slide 4 - Slide

Zin 2. Kun jij mij een mooi verhaal vertellen?

1. Pv = .......

2. WG = pv + overige ww

3. O = wie/wat + WG

4. LV = wie/wat + wg+ o


Slide 5 - Slide

Zin 3
Ik geef morgen een cadeau aan Sophie.

Slide 6 - Slide

Ik geef morgen een cadeau aan Sophie.
Als je een stap hebt gezet, zet je het antwoord tussen haakjes, want dit is een zinsdeel.
Stap 1: zoek de pv. zet de zin in een andere tijd
Stap 2: zoek het onderwerp. Wie of wat + pv
Stap 3: zoek de wg. Dit zijn alle ww in de zin, ALTIJD de pv
Stap 4: zoek het lv. Wie of wat + pv + o


Slide 7 - Slide

Ik geef morgen een cadeau aan Sophie.
Als je een stap hebt gezet, zet je het antwoord tussen haakjes, want dit is een zinsdeel.
Stap 1: zoek de pv. zet de zin in een andere tijd.  Ik gaf morgen een cadeau aan Sophie.
Stap 2: zoek het onderwerp. Wie of wat + pv.  Wie geef(t)?
Stap 3: zoek de wg. Dit zijn alle ww in de zin, ALTIJD de pv.  geef
Stap 4: zoek het lv. Wie of wat + pv + o?  Wat geef ik?

Slide 8 - Slide

Ik geef morgen een cadeau aan Sophie.
Ik / geef / morgen  / een cadeau / aan Sophie.
o      pv                                lv                           
         wg

HEB JE ALLE STREEPJES GOED NEERGEZET???

Slide 9 - Slide

Gisteren bakte ik een overheerlijke taart.
Wat is de pv?

Slide 10 - Open question

Gisteren bakte ik een overheerlijke taart.
Wat is het o?

Slide 11 - Open question

Gisteren bakte ik een overheerlijke taart.
Wat is het wg?

Slide 12 - Open question

Gisteren bakte ik een overheerlijke taart.
Wat is het lv?

Slide 13 - Open question

Bedenk zelf een zin met de volgende onderdelen;

pv, o en lv

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video