Poëzie leerjaar 2 Rijm

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

GEDICHTEN

Wat gaan we deze les doen

Theorie Poëzie

Opdrachten poëzie

Uitleg keuzeopdrachten

Aan het einde van deze les:

• Weet je wat de kenmerken van een gedicht zijn
• Kun je 4 verschillende rijmschema's herkennen

Kenmerken van een gedicht

• Bestaat soms uit heel korte zinnetjes
• Er staan bijna geen punten en hoofdletters in
• Er wordt 'gespeeld' met woorden
• Bevat vaak rijm

Soorten rijm

• AB-rijm
• Eindrijm
• Beginrijm
• Klankrijm
• Oogrijm

AB-rijm

Moeder je kwam om 11 uur thuis (A)

Niet later zei je zelf (B)

Ik zit nog steeds alleen in huis (A)

Het is kwart over elf (B)

Eindrijm

De laatste woorden van een regel rijmen op elkaar

'Hoe ik mijn haar ook kam, bij kaars- of neonlicht

wat er onstaat is meestal geen gezicht'

Beginrijm

Veel woorden in het gedicht beginnen met dezelfde letter

'Leentje leerde Lotje lopen langs de lange lindenlaan'

Klankrijm

Veel woorden in het gedicht hebben dezelfde klank

'De ochtend raakt je aan in licht

en nauwelijks merkbaar gapen'

Oogrijm

Het lijkt alsof de woorden rijmen, maar als je het gedicht hardop leest, dan klopt het rijm niet

'De dames van de Bangles

hoeven nooit op zangles'

Maken

Poëzie en fictie

Opdracht 1 t/m 6 

blz. 117-121

Klaar?

ICT-opdrachten Spelling

Huiswerk

Opdracht 2 blz. 37,38

Bekijk het filmpje in de Lessonup en maak daarna opdracht 2 van blz. 81