Vocabulaire 5

Vocabulaire 5
Maatwerklessen
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, kLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Vocabulaire 5
Maatwerklessen

Slide 1 - Slide

Leerdoel
* Activeren voorkennis
*Uitleg van de 10 nieuwe woorden
* Oefenen van de woorden
* Controleren of het onthouden is

Slide 2 - Slide

Jargon
Vaktaal

"Hij gebruikt teveel jargon, ik begrijp hem niet"

Slide 3 - Slide

Verbolgen
kwaad, beledigd

"Hij was heel verbolgen door haar opmerking"

Slide 4 - Slide

Universeel
Algemeen geldend

"Dit universele vaccin werkt tegen alle virusvarianten"

Slide 5 - Slide

Improviseren
terplekke bedenken en uitvoeren

"Hij is goed in improviseren"

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

controversieel
Waarover grote meningsverschillen bestaan

"Zijn mening was nogal controversieel"

Slide 8 - Slide

sympathie
Een prettig gevoel voor iets of iemand

"Ik heb veel sympathie voor hem"

Slide 9 - Slide

Fictief
Niet echt, bedacht

"Harry Potter is een fictief karakter"

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Progressief
vooruitstrevend, vernieuwend

"Zijn auto op zonne-energie is erg progressief"

Slide 12 - Slide

Accorderen
Overeenkomen, overeenstemmen

"De rekening werd geaccordeerd"

Slide 13 - Slide

Bagatelliseren
Iets als onbelangrijk voorstellen

"Hij bagatelliseerde de feiten in mijn verhaal. Hij zei dat ik van een mug een olifant maakte"

Slide 14 - Slide

Maak de quiz!
Veel succes!

Slide 15 - Slide

Duckstad is een ..... stad
A
fictieve
B
controversiële
C
progressieve

Slide 16 - Quiz

Deze creatieve actrice is een meester in het ........
A
suggereren
B
improviseren
C
evalueren

Slide 17 - Quiz

Het ..... van de medische specialist was niet te begrijpen
A
waardeoordeel
B
jargon
C
pseudoniem

Slide 18 - Quiz

Deze mensen ........ hun fouten wel vaker.
A
accorderen
B
bagatelliseren
C
sommeren

Slide 19 - Quiz

Deze ...... afstandsbediening is bruikbaar voor elke tv.
A
universele
B
progressieve
C
fictieve

Slide 20 - Quiz

Alle punten op de overeenkomst werden ........
A
geaccordeerd
B
georganiseerd
C
afgezworen

Slide 21 - Quiz

Hij reageerde ...... op de beschuldigingen
A
verbogen
B
verborgen
C
verbolgen

Slide 22 - Quiz

Zijn uitvinding voor een beter klimaat is echt .....
A
agressief
B
progressief
C
defensief

Slide 23 - Quiz

Ik heb altijd veel ..... voor mijn buurvrouw gehad
A
sympathie
B
antipathie
C
hiërarchie

Slide 24 - Quiz

Ze zijn het nog niet eens geworden over deze ..... kwestie
A
flamboyante
B
controversiële
C
agressieve

Slide 25 - Quiz

Progressief
Bagetelliseren
Accorderen
universieel
verbolgen
sympathie
beledigd
Algemeen
als onbelangrijk voorstellen
vooruitstrevend
een prettig gevoel voor iets of iemand
overeenstemmen

Slide 26 - Drag question

Combineer blauw met rood
fictief
jargon
controversieel
improviseren
escaleren
niet echt
omstreden
Onvoorbereid iets uitvoeren
erger worden
vaktaal

Slide 27 - Drag question

universieel
minuscuul
catastrofe
coöperatief
enerverend
bevooroordeeld
algemeen
meewerkend
vooringenomen
ramp
piepklein
spannend

Slide 28 - Drag question

Goed gegaan?
Top! Dan maak een woordzoeker!
anders oefen je nog eens!

Slide 29 - Slide