Oncologie

Oncologie
1 / 35
next
Slide 1: Slide
FarmacotherapieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Oncologie

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Lesdoelen
- 6 leefgewoonten/omstandigheden noemen die in verband worden gebracht met kanker
- drie verschillen noemen tussen een kwaadaardige en een goedaardige tumor
- 4 geneesmiddelgroepen noemen die kunnen worden ingezet bij de behandeling van kanker

Slide 3 - Slide

Cel (cellen) - weefsel - orgaan - orgaanstelsel - organisme 

Slide 4 - Slide

Kwaadaardige aandoeningen
* Veroorzaakt door afwijkende celdeling
( cel deelt om te vernieuwen)

* Kwaadaardige woekeringen
* Gevolg: gezwel of tumor

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Celdeling
* Cellen delen om te vernieuwen (niet alle cellen)
* Bij kanker is er sprake van verkeerde celdeling -> het lichaam kan de verkeerde cellen niet vernietigen -> kwaadaardige cellen groeien snel (1-2-4-8-16) -> tumor of gezwel

Slide 8 - Slide

Maligne = kwaadaardig
* Groeit door kapsel heen
* Heeft onregelmatige vorm
* Dringt door naar andere weefsel via de bloedbaan en lymfe (omliggend weefsel / uitzaaiingen) (infiltratie)
* Cellen lijken niet meer op oorspronkelijke of omgevingscellen
* Metastase doordat cellen van de tumor losraken en elders in het lichaam nieuwe tumoren veroorzaken
* Is dodelijk, tenzij op tijd ontdekt en behandeld

Benigne = goedaardig 
* Controleerbaar 
* Veroorzaakt druk op  omringende weefsels
* Cellen lijken op oorspronkelijke cellen
* Geen metastase
Is niet dodelijk, tenzij op bedreigende plaats zoals de hersenen of een vitaal orgaan

Slide 9 - Slide

Benigne
Maligne 

Slide 10 - Slide

Carcinoom (kwaadaardig)
- Zit in het epitheel (oppervlakteweefsel)
- 80% van de tumoren zijn carcinomen 
- Longkanker, (dikke) darmkanker, baarmoederhalskanker, prostaatkanker, blaaskanker.
- Bij vrouwen komt mammacarcinoom veel voor = borstkanker. 

Voorbeeld dikke darmkanker:

Slide 11 - Slide

Sarcomen (kwaadaardig)
- Tumoren in steun-, bind-, en/of bloedvatenweefsel bijvoorbeeld in de botten

- Kwaadaardig celgroei in het bloed, lymfe of bloedvormende organen = kwaadaardige systeemziekte genoemd. Een voorbeeld is leukemie.

Slide 12 - Slide

Herhaling
* Maligne cellen in epitheel (oppervlakteweefsel)> carcinoom> bijv: longen, darm, baarmoederhals etc.​


* Maligne cellen in steun-, bind- of bloedvatenweefsel> sarcoom> bijv. botten​

* Maligne cellen in bloed of lymfestelsel> kwaadaardige systeemziekte> bijv leukemie



Slide 13 - Slide

Oorzaken / uitlokkende factoren
* Roken
* UV, stralingen
* Medicijnen, voeding, leefstijl, infectieziekten, virussen 
* Chemische stoffen (asbest, dioxine)
* Leeftijd
* Geslacht
* Erfelijkheid

Slide 14 - Slide

Voorbeeld:
Borstkanker <> leeftijd en aanleg
Dikke darmkanker <> leeftijd, aanleg, leefstijl
Longkanker <> leeftijd en leefstijl
Leverkanker – uitzaaiingen en virale infectie
Baarmoederhalskanker - virus (HPV)

Slide 15 - Slide

Behandeling
Ieder tumor vereist individueel ingezette behandeling​
* Chirurgie​
* Radiotherapie​
* Chemotherapie​
* Geneesmiddelen
(Soms in combinatie met elkaar) 




Slide 16 - Slide

Behandeling
- Voorafgaand altijd weefselonderzoek​
Bepalend voor behandelmethode = 
* Metastasering?​
* Curatief​
* Palliatief
De behandeling voegt soms jaren toe aan het leven, maar niet altijd aan de jaren.




Slide 17 - Slide

Behandelmethoden
- Oncolytica (remt de celdeling)
- Hormonen
- Antihormonen
- Immunomodulantia 
Of
- Chirurgie = operatief (deels) verwijderen 
- Radiotherapie = celdodende straling

Slide 18 - Slide

Oncolytica
* Remt de celdeling. Ook van gezonde cellen zoals cellen slijmvliezen, huidcellen (haar), bloed etc. worden ook vernietigd. Misselijkheid, braken, diarree, haaruitval en meer.



* Werking berust op sneller herstel van gezonde cel dan kankercel:​
- Intermitterende behandeling> sneller herstel bloedcellen dan kankercellen ( = chemotherapie) dan starten met nieuwe kuur
- Vaak gecombineerd -> voorkomen resistentie & is effectiever



Slide 19 - Slide

Preparaten
* Xeloda: capecitabine (hand en voetsyndroom, toilethygiene)​

* Fluorouracil​ (huidkanker)
* Leukeran: chloorambucil​
* Endoxan: cyclofosfamide​ (mammacarcinoom)
* Temodal: Temozolomide 

Oncolytica wordt veelal geleverd door het ziekenhuis.



Slide 20 - Slide

Aanvullende medicatie
 Oncolytica wordt vaak gecombineerd met:
- Oncolytica met andere oncolytica (effectief & voorkomen resistentie)
- Anti-emetica (misselijkheid) metoclopramide, ondansetron en dexamethason ter versterking anti-emetisch effect 
- Antibacteriële middelen (voorkomen infectie)

Slide 21 - Slide

Hormonen
* Bij hormoongevoelige tumoren (meestal geslachtsorganen, prostaat, borsten): 
- hormoongroei onder invloed van hormonen​

- Bij mannen met prostaatcarcinoom bijv. oestrogenen (antihormoon)​ of androgene stof = cyproteron of bicalutamide
- Bij borstkanker tumor soms gevoelig voor oestrogeen
(antioestrogeen = anastrazol of tamoxifen)

Slide 22 - Slide

Corticosteroïden (immunosuppresiva)
* Veel ingezet als toevoeging therapie bij misselijkheid/braken (prednisolon, dexamethason)


* Hoge doseringen bij o.a. leukemie en Hodgkin (kwaadaardige systeemziekten)​
* Werkingsmechanisme niet helemaal bekend: bevorderen eetlust, verminderen pijn en stimuleren conditie​
* Altijd afbouwen> eigen bijnier moet productie weer overnemen


Slide 23 - Slide

Immunomodulantia 
* Stimuleren de afweerreactie -> eigen afweer tegen kankercellen bevorderen​

- Combinatie met oncolytica​
- Middelen zeer kostbaar (onderzoeksfase/bereidingswijze)

( Immunosuppressiva = afweer onderdrukkend - orgaantransplantaties of auto-immuunziekten )

Slide 24 - Slide

Preparaten
Interferonen:​


Interferon alfa-2a: Roferon A​
Interferon alfa 2b: Intron A​
Interferon beta1a: Avonex



Slide 25 - Slide

Bloedgroeifactoren
* Stimuleren de bloedcelaanmaak​

* Functie van bepaalde typen bloedcellen versterken​
* Verbetering afweer​
- Oncolytica breken bloedcellen af -> door deze bloedgroeifactoren versnelt het proces en kan chemo weer sneller plaatsvinden (zeer kostbaar)


Slide 26 - Slide

Preparaten 
Darbepoetine: Aranesp​

Filgrastim: Neupogen​
Pegfilgrastim: Neulasta

Slide 27 - Slide

Pijnbestrijding
Schema WHO:​

Preventief inzetten (niet zonodig)​

Stap 1: Oraal of rectaal niet opioid (NSAID, paracetamol)​
Stap 2: Codeine of Tramadol toevoegen​
Stap 3: Oraal, transdermaal of rectaal opioid​ (Fentanyl, Morfine, Oxycodon)
Stap 4: Parenteraal opioiden (s.c., epiduraal)





Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Afleverinformatie
Goede uitleg, preventief! 
Patiënt helder voorlichten​

Medicatiebewaking individueel, oncolytische behandeling gaat voor​.
Check overige medicatie> soms kunnen andere middelen gestopt (voorbeeld; ijzertabletten bijv.)
Boosheid of ongeduld 
Bezorgservice aanbieden

Slide 30 - Slide

Vragen?

Slide 31 - Slide

Kwaadaardige tumor

Slide 32 - Mind map

Goedaardige tumor

Slide 33 - Mind map

Geneesmiddelgroepen
bij kanker

Slide 34 - Mind map

Leefgewoonten die in
verband staan met kanker

Slide 35 - Mind map