Les 2 - Afwijkende ontlastingspatronen les 4 Spijsvertering

Afwijkende Ontlastingspatronen 
Les 4 Spijsvertering
1 / 36
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Afwijkende Ontlastingspatronen 
Les 4 Spijsvertering

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Toets Spijsvertering
13 nov
Vanaf 6 nov 1x oefentoets maken op kennistestbank/Iqualify

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doel van de les:
Aan het einde van de les kan de student benoemen:
- Wat een normale ontlastingspatroon is,
- Waaraan ze ontlasting kunnen herkennen wat afwijkend is,
- Wat een goede voedingstoestand is

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Klein stukje herhaling

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De ziekte van Crohn veroorzaakt verschillende klachten. Deze klachten zijn niet voor iedereen met deze ziekte gelijk. Iedereen reageert anders op de aandoening. Welke klachten horen bij Crohn?
A
Koorts
B
Diarree
C
spierkrampen
D
Vermoeidheid

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Door de ziekte van Crohn kan de zorgvrager een aantal afwijkingen aan zijn darmen ontwikkelen. Een voorbeeld is een abces. Wat is een abces?
A
Een onderhuids gangetje tussen de darm en de huid.
B
Een gat in het darmweefsel waardoor de ontlasting de buikholte in lekt.
C
A en B
D
Een met pus gevulde holte

Slide 6 - Quiz

Een onderhuids gangetje tussen de darm en de huid= een fistel

Een gat in het darmweefsel = een darmperforatie
Wat verstaan we onder diverticulitis?
A
Poliepen in de dikke darm.
B
Een goedaardige vorm van darmkanker.
C
Ontstoken uitstulpingen aan de binnenwand van de darm.
D
Overloopdiarree

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Chronische ontsteking, waardoor zweren ontstaan in de dikke darm heet ook wel colitis ulcerosa
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een andere benaming voor het spijsverteringsstelsel?
A
Ileus
B
Tractus digestivus
C
Nervus vagus
D
Peristaltiek

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Als zorgverlener observeer je de spijsvertering.
Waar let je specifiek op?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Verslikken
Bij verslikken treedt een hoestreflex op wanneer er voedsel of drinken in de luchtpijp komt.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Braken & Braaksel
Braken (vomeren; het braken, vomitus, emesis) gebeurt onder invloed van prikkels uit het braakcentrum in de hersenstam. 

Braken heeft in principe een beschermende functie; verwijderen van schadelijke stoffen uit de maag en darm. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Activeren braakcentrum
1.  Virus of bacteriële infectie
2. Gifstoffen (alcohol)
3. Chemotherapie of andere medicatie
4. Bestraling
5. Prikkeling evenwichtsorganen
6. Hormonen (zwangerschap)
7. Drukverhoging in het brein.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de observatiepunten bij braken?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Rood braaksel betekent?
A
Bloeding in de slokdarm
B
Bloeding in de maag
C
Alle antwoorden zijn juist
D
Kleur braaksel na het eten van rode bietjes

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Bruinzwart braaksel betekent?
A
Braaksel bij gebruik van zwarte koffie
B
Alle antwoorden zijn juist
C
Braaksel bij gebruik van Norit
D
Bloed dat door maagsap is verteerd

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Het braaksel ruikt naar feces. Wat is eraan de hand?
A
Zorgvrager heeft de handen niet gewassen
B
Ontsteking in de mond
C
De maag verteert de voeding onvoldoende
D
Darmafsluiting

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Bij het observeren van de ontlasting (feces) let je op:

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Wat ie een normale hoeveelheid ontlasting die iemand produceert?
A
200 gram
B
300 gram
C
500 gram
D
50 gram

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent observeren op consistentie bij feces?
A
Frequentie
B
Kleur
C
Vorm en vastheid
D
Geur

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Bristol ontlastingsschaal

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Kleur 
- bruin 
- zwart 
- stopverfkleurig 
- helderrood
- kleur van de voeding ​





Slide 22 - Slide

Zwarte ontlasting: wordt veroorzaakt bij gebruik van ijzerpreparaten of gebruik van norit. ​
Ook bloedontlasting (melaena) is zwart van kleur en duidt op een bloeding in het maag-darmkanaal. Bij grote bloedingen ontstaat er een volumeuze hoeveelheid met een weeïge geur.​
Ontkleurde ontlasting (grauw-wit van kleur). Dit komt voor bij een afvloedbelemmering van de gal naar de darmen en soms voor korte tijd bij een leverontsteking. ​
Vetontlasting of steatorroe= grijzig, brijachtige-volumonieus en vettig om te zien. Bij verteringsstoornisen (afwijkingen alvleeskier of darmen) ​
Slijm bij de ontlasting = t.g.v. overactiviteit van slijmklieren. (ziekte of stoornis dikke darm, of prikkelbaardarmsyndroom)​
Diarree = meerdere malen per dag, weke , brijachtige of waterige ontlasting ​
Obstipatie = minder frequente productie van feces dan normaal, vaak harde knobbelige ontlasting. ​
Etter bij de ontlasting. Dit is vrijwel altijd afkomstig van een ziekteproces in het laatste deel van het maag-darmkanaal. ​
Lintvormige of potloodvormige ontlasting = kan duiden op een afsluiting of tumor.​
Afwijkende bestanddelen
Diarree
Acute diarree: viraal of bacterie, voedselvergiftiging, dieetfouten, vergiftiging door medicatie, zware metalen, laxeermiddelen, bijwerking van antibiotica

Chronische diarree: langdurige infecties, chronische ontsteking (Crohn), vetdiaree (alvleesklierontsteking), gebrek aan suikersplitsend enzym (lactosedeficientie), darmtumor, diverticulitis, na operatie aan maag of darmen, hormonaal, stofwisselingsziekten, allergie, etc.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Melena 
Ontstaat door vermenging van bloed met ontlasting  
Bloed wordt na vertering door maagzuur, enzymen en bacteriën zwart

Hoog in maagdarmstelsel
100 tot 200 milliliter bloed nodig 
Eenmalige grote bloeding
Chronisch bloedverlies



Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Steatorroe
vetdiarree 

 Dit is een symptoom waarbij de ontlasting ongewoon veel vet bevat, veroorzaakt doordat vet in het spijsverteringsstelsel niet goed wordt verteerd.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Obstipatie 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Wat is obstipatie?
Verstopping van de darmen
Een ander woord voor obstipatie is constipatie

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Epidemiologie

10-30% van de algemene bevolking ervaart op enig moment klachten van obstipatie
er zijn aanwijzingen dat vrouwen tweemaal zo vaak obstipatieklachten hebben als mannen

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Complicaties 
Als obstipatie langer dan drie maanden aanwezig is ondanks behandeling spreken we van chronische obstipatie. Als geen onderliggende aandoening de oorzaak is, spreken we van functionele obstipatie.
Complicaties die bij chronische obstipatie kunnen voorkomen:

  • Aambeien 
  • Anale fissuur
  • Fecale impactie 
  • Rectale prolaps
  • Diverticulose

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Voeding en vocht bij obstipatie
Voeding bij obstipatie:
  • Voldoende vezelrijke voeding
  • Zeer vetarm eten
  • Voldoende drinken
Advies bij obstipatie:
  • Voldoende bewegen
  • Ontlasting niet ophouden en de tijd nemen om te ontlasten

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Wat is belangrijk bij obstipatie?
  • Houding
  • Eten 
  • Drinken
  • Bewegen

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Ontlasting heeft een bruine kleur door;
A
Invloed van specerijen
B
Aanwezigheid van bilirubine
C
Afwezigheid van ontstekingen
D
Voeding als koffie en drop

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent de term melena?
A
Verse roodkleurige ontlasting
B
Bruinkleurige ontlasting
C
Zwarte ontlasting
D
Groenkleurige ontlasting

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Ontlasting
Samenstelling ontlasting:
water, slijm en zouten, bilirubine, vezels, darmbacteriën en afgestoten darmslijmvliescellen. 

Soms zijn deels onverteerde voedselresten zichtbaar.
Ontlastingspatroon (defecatiepatroon)
Het ontlastingspatroon is de ontlastingsfrequentie die iemand gedurende langere tijd heeft.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Wat vonden jullie van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll

This item has no instructions

E-learning/ e-Xpert
Persoonlijke verzorging, wonen en huishouden:
1. Braken
2. Urine en ontlasting, onderdeel: Feces

Slide 36 - Slide

This item has no instructions