Toets 2B H4 Elektriciteit

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Toets H4 Elektriciteit

NODIG: Ipad, Pen, Potlood, Liniaal of Geodriehoek

20 waar-/ niet waar- vragen

Voornamelijk begrippen onthouden en begrijpen

8 meerkeuze vragen

Voornamelijk begrijpen en toepassen van lesstof

5 open vragen

Voornamelijk begrijpen en toepassen van lesstof

In de afbeelding zie je een tekening van een batterij, een schakelaar en een lamp.
Teken van deze schakeling het schakelschema op je antwoordenblad.

Kobi heeft een zaklamp met daarin vier staafbatterijen. De batterijen zitten achter elkaar in de zaklamp.
Op hoeveel volt brandt het lampje van de zaklamp?
Laat met een berekening zien hoe je aan je antwoord komt.

In de afbeelding zie je twee energiemeters. Links zie je de meterstand van 1 januari. Rechts zie je de meterstand van 31 januari.
Hoeveel moet er in de maand januari betaald worden voor de elektrische energie? 1 kWh = €0,20
Laat met een berekening zien hoe je aan je antwoord komt.

In de afbeelding zie je een schakelschema. Gerard heeft deze schakeling gemaakt.
Zijn de lamp en de schakelaar in serie of parallel geschakeld?

Gerard zet de schakelaar in de stand zoals in het schema is getekend. Het lampje brandt.
Leg uit waarom het lampje brandt.

Een installatie-automaat schakelt de elektriciteit van een groep uit.
Peter zegt dat dit komt door kortsluiting.
Claudia zegt dat dit komt door overbelasting.
Wie heeft gelijk: Peter, Claudia of hebben ze allebei gelijk? Leg uit waarom.

De spanning van een penlite-batterij is 1,5 volt.

1. Waar
2. Niet waar

Een batterij en een dynamo zijn spanningsbronnen.

1. Waar
2. Niet waar

De stoffen in een batterij zijn goed voor het milieu.

1. Waar
2. Niet waar

Staafbatterijen hebben wel een plus, maar geen min.

1. Waar
2. Niet waar

Het licht op je fiets werkt op een spanningsbron.

1. Waar
2. Niet waar

Als een stroomkring open is, loopt er elektrische stroom door de aangesloten apparaten.

1. Waar
2. Niet waar

Om een lamp aan en uit te doen, moet je een schakelaar parallel schakelen aan die lamp.

1. Waar
2. Niet waar

Een schakelschema is een eenvoudige tekening van een stroomkring.

1. Waar
2. Niet waar

Als in een parallelschakeling een apparaat kapotgaat, werken de andere apparaten in die schakeling ook niet meer.

1. Waar
2. Niet waar

De spanning op een stopcontact is 320 volt.

1. Waar
2. Niet waar

In een gesloten stroomkring loopt de stroom van de plus naar de min.

1. Waar
2. Niet waar

De eenheid van stroomsterkte kort je af als V.

1. Waar
2. Niet waar

Het vermogen is de elektrische energie die een apparaat per seconde gebruikt.

1. Waar
2. Niet waar

Als 1 kWh 0,23 euro kost, dan betaal je voor 40 kWh 92 euro.

1. Waar
2. Niet waar

Bij kortsluiting gaat de smeltdraad van de smeltveiligheid stuk.

1. Waar
2. Niet waar

Alle apparaten die op batterijen werken, werken goed met oplaadbare batterijen.

1. Waar
2. Niet waar

Bij overbelasting van een groep gaat in de meterkast een alarm af.

1. Waar
2. Niet waar

In een installatie-automaat zit een smeltdraad.

1. Waar
2. Niet waar

Bij overbelasting is de stroom te groot.

1. Waar
2. Niet waar

Een generator van een windmolen levert een veilige spanning.

1. Waar
2. Niet waar

In een groep staan drie apparaten parallel geschakeld. De apparaten staan alle drie aan. Door elk apparaat loopt een andere stroomsterkte:
- wasmachine: 8,3 A
- lamp: 0,1 A
- ventilator: 1,6 A
Hoe groot is de stroomsterkte door de groep?

1. 6,6 A
2. 8,3 A
3. 10 A
4. 100 A

In de afbeelding zie je vier symbolen. Welk symbool is het symbool voor een batterij?

1. Symbool 1
2. Symbool 2
3. Symbool 3
4. Symbool 4

In afbeelding 2 is een schakelschema getekend.
Welke zin is waar voor de schakeling die in dit schema is getekend?

1. De lampen staan in serie geschakeld en branden.
2. De lampen staan in serie geschakeld en branden niet.
3. De lampen staan parallel geschakeld en branden.
4. De lampen staan parallel geschakeld en branden niet.

Op welke spanningsbron werkt de verlichting van een fiets niet?

1. Een dynamo
2. Een generator
3. Een penlite-batterij

Remco gebruikt een boormachine zonder snoer.
Op welke spanningsbron werkt de boormachine van Remco?

1. Batterijen
2. Een dynamo
3. Een generator
4. Een stopcontact

In de afbeelding zie je het typeplaatje van een klopboormachine.
Wat is het vermogen van de klopboormachine?

1. 3,6 A
2. 50-60 Hz
3. 230 V
4. 780 W

Wat is de eenheid voor elektrische energie?

1. Ampère
2. Kilowattuur
3. Volt
4. Watt

Waarom zit er kunststof om elektriciteitsdraden?

1. Kunststof zorgt voor een betere geleiding.
2. Kunststof zorgt voor een goede isolatie.
3. Kunststof zorgt voor een langere levensduur.
4. Kunststof zorgt voor minder warmte-ontwikkeling.