FRAPPANT LES 15 Beatrijs

Frappant 5 les 15: Beatrijs 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Frappant 5 les 15: Beatrijs 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

video samengevat
- waarom leven ze tussen hoop en vrees ?
- de lat van God ligt heel hoog
- Kerk is dé vertegenwoordiger van God op aarde
- Latijs + taal van gewone mensen
- verhalen over heiligen
- exempelen = verhalen over goed en kwaad (Beatrijs)
- geef een samenvatting van het verhaal

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

opdrachten blz 88 (2)
Doen ghinghen si onder den eglentiere,
Ende alles dies si behoeft 
=
Toen gingen ze onder de egelantier (= rozenbottelstruik)
Van alles wat ze nodig had
gaf hij haar genoeg = ?

Slide 6 - Slide

opdrachten blz 88 (3)
- reden = Marie vereren, niet om geld te verdienen
- doel = publiek beter te doen luisteren (= vertelling)
- verhaal komt van broeder dus geloofwaardig
- Beatrijs = gemanierd en mooi (in het begin)
- hoofs van zede > hoofsheid > adel
- denk ook aan de 3standentheorie !

Slide 7 - Slide

opdrachten blz 88 (5)
- Theophilus had ziel aan duivel verkocht, 
maar Maria had dit vergeven
- ze wil zelf ook vergiffenis krijgen
- geestelijke, lichamelijke + moederlijke liefde
- liefde voor God overwint alles


Slide 8 - Slide

opdrachten blz 88 (4)
- zonde = lichamelijke liefde ( enkel geestelijke liefde is mogelijk, want ze is getrouwd met God)
- het zoete en het zure = in goede en kwade dagen
- liefdesscène (jongeman wil, maar Beatrijs niet)
- eerst spinnen, tenslotte prostitutie
- badstoof = wellness uit Middeleeuwen
- stad = veilig, buiten de stad = onveilig

Slide 9 - Slide

opdrachten blz 89 (6)
- waarschuwing voor kloosterlingen (blijf bij geestelijke liefde)
- typische vormkenmerk = korte exempel
- rol Maria in wereldbeeld = symbool van Oppermoeder die liefheeft + vergiffenis schenkt aan mensen met zonden

Slide 10 - Slide

opdrachten blz 89 (7)
- getallen 2 + 3 + 5 + 7
- 2 = duivel (negatief)
- 3 = goddelijke getal (Heilige Drievuldigheid)
- 5 = Maria (5 letters, mei = Mariamaand)
- 7 = heilige getal ( symbool van compleetheid)

Slide 11 - Slide

opdrachten blz 89 (7)
- blauw = kleur van de hemel
- wit = reinheid, maagdelijkheid
- rood = kleur van de duivel
- groen = rust

Slide 12 - Slide

opdrachten blz 89 (8)
- kiezen doet verliezen =
- liefde is blind =
- eerst gedaan en dan bedacht = 
- geen lusten zonder lasten =
- oude liefde rust niet =

Slide 13 - Slide

opdrachten blz 88 (3)
- reden = Marie vereren, niet om geld te verdienen
- doel = publiek beter te doen luisteren (= vertelling)
- verhaal komt van broeder dus geloofwaardig
- Beatrijs = gemanierd en mooi (in het begin)
- hoofs van zede > hoofsheid > adel
- denk ook aan de standenthoerie !

Slide 14 - Slide

opdrachten blz 88 (3)
- reden = Marie vereren, niet om geld te verdienen
- doel = publiek beter te doen luisteren (= vertelling)
- verhaal komt van broeder dus geloofwaardig
- Beatrijs = gemanierd en mooi (in het begin)
- hoofs van zede > hoofsheid > adel
- denk ook aan de standenthoerie !

Slide 15 - Slide

Tekstvragen
2. Lees regel 10 - 17. Waarom vermeldt de dichter dat hij dit verhaal van Ghijsbrecht geeft gehoord? Denk je dat dit verhaal echt gebeurd is? Zou het uitmaken of het een waargebeurd verhaal is of een verzonnen verhaal?
3. Lees regel 18 - 36; geef een typering van de non Beatrijs. 
4. Lees regel 37 - 80. Wordt hier hoofse of voorhoofse liefde beschreven? Wat is de oorzaak van haar vlucht in de liefde?


Slide 16 - Slide

Tekstvragen
5. Leestip regel 85: een brief. Zou Beatrijs kunnen lezen en en schrijven? Wat was haar afkomst?
6. Lees regel 110-141. Waarom is het antwoord van de man zo belangrijk voor Beatrijs? (drie redenen)
7. Regel 150: ‘Onder den Eglantier’. Zoek op wat dit betekent. Wat staat er te gebeuren?
8. Lees regel 165 - 187: je zou hier een positieve + negatieve les in kunnen lezen. Welke? 

Slide 17 - Slide

De man (jongen) koopt blauwe en rode kleding voor Beatrijs inclusief een witte sluier. Wat is de betekenis?

Slide 18 - Open question

Kleuren
9. Lees regel 166 - 171, 231- 237, 249- 254, 271- 273, 281 - 283. Wat betekenen deze kledingscenes? Waar staat rood, blauw en wit voor? Ze kiest voor blauw; wat laat dat zien? In haar hemd loopt ze naar haar vriend; waar staat dit voor?

Slide 19 - Slide

Liefde
10. Lees de bloemetjes en de bijtjes-scene: regel 328 - 345. Wat betekent ‘bloemen lesen (bloemen plukken)’ hier denk je? 
11. Lees verder (regel 346 - 364). Wat verwijt Beatrijs de man? 

Slide 20 - Slide

Bijbelse scene
12. Ze komen aan in de stad en hebben het goed. Lees blz. 404 - 432. Zeven jaren voorspoed, zeven jaren tegenslag. Naar welke bijbelse scène verwijst dit?

Slide 21 - Slide

13. Lees regel 448 - 466: waarom wordt ze prostituee (zonde) en gaat ze bijvoorbeeld niet bedelen (geen zonde)? Behandel hierbij haar afkomst! Hierbij aansluitend: waarom verkoopt ze haar lichaam buiten de muren van de stad (denk aan verwijt in regel 346 - 364) en niet in bijvoorbeeld het stadsbordeel? Behandel hierbij ook eercultuur uit Laagland. 

Slide 22 - Slide

14. Leesaanwijzing: regel 467-476. Wat zegt het dat Beatrijs Maria niet vergat?
15. Beatrijs komt tot inkeer en belijdt haar zonden (regel 484 - 554). Ze gaat nu wel bedelen (in plaats van prostitueren). Lees regel 555 - 572. Waarom is bedelen nu wel een optie?

Slide 23 - Slide

16. Lees regel 576-619. Maria blijkt haar rol te hebben overgenomen. Leg het begrip metamorfoseroman uit? Verwerk de kledingscenes uit vraag 9. Hoe blijkt uit de kledingscenes dat er een metamorfose heeft plaatsgevonden?
17. Lees 631 - 666. Beatrijs bidt voor het eerst hier weer tot Christus en niet meer alleen tot Maria. Wat geeft dit aan? 

Slide 24 - Slide

18. Lees regel 667 - 768. Er klinkt drie keer een stem in de nachten. Wat betekent het getal ‘drie’? Wat zegt dit Beatrijs?
19. Leesaanwijzing: regel 837; ze zag lampen branden in alle hoeken. Of een rijke kloosterorde óf een feestdag?
20. Regel 864: het verhaal lijkt klaar. Toch vraagt de middeleeuwer zich nog twee dingen af. Welke vragen heb jij nog? 

Slide 25 - Slide

21. Lees regel 932 - 970. Waar staat de droom (visioen) met de engel, de appel en de dode baby voor? Geef een betekenis van appel en dode baby. Welke les bevat deze droom voor Beatrijs?

Slide 26 - Slide

22. Lees regel 976 - 1016. Waarom is dit een cruciale scène voor dit verhaal?
23. Lees regel 1019 - 1038: welke lessen bevat de Beatrijs? 

Slide 27 - Slide

Algemene vragen

Slide 28 - Slide

1. In welke scenes vindt een verwijzing naar hoofse liefde plaats? Noem er drie? Wat is in dit verhaal voorhoofs? Noem de scene. 
2. Er zit veel getallen- en kleurensymboliek in Beatrijs. Noem ten minste drie voorbeelden.
3. Geef twee voorbeelden van bijzonder taalgebruikt (+ betekenis). 

Slide 29 - Slide

4. Welke verschillende zonden heeft Beatrijs gedaan? En welke niet; lees hierbij 631 - 635? Waar staat de zonde der wanhoop voor?
5. Welke kenmerken van geestelijke literatuur herken je (Laagland)?
6. Wat is een Marialegende? Wat maakt Beatrijs een Marialegende?

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video