This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Vwo 3 - Woche 6 - Stunde 1
Slide 1 - Slide
Planung
Wochenaufgaben checken
Wiederholung: 1e, 4e, 3e naamval zinsontleding pers.vnw + kahoot
Wiederholung 2 machen
Ziele
Je kunt het persoonlijk voornaamwoord als onderwerp en lijdend voorwerp gebruiken.
Je kunt het persoonlijk voornaamwoord als meewerkend voorwerp gebruiken.
Je beheerst de belangrijkste woorden bij het thema 'Gesundheit'.
Slide 2 - Slide
Wochenaufgaben checken
Vor dem Unterricht:
Verbessern: K2 Paragraf A, B, C, D, H
Fertig: K2
Paragraf E: Grammatik
Kennen:
Slim Stampen: Paragraf E
Gibt es Fragen über die Wochenaufgaben?
Slide 3 - Slide
Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord
ik
jij
hij
zij e.v.
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie e.v
Sie
sie
Slide 4 - Drag question
Wat wordt de vorm van het persoonlijk voornaamwoord in de 4e naamval?
Sleep het juiste antwoord.
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
euch
mich
dich
ihn/sie/es
uns
sie/Sie
Slide 5 - Drag question
Sleep het Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de 3E nv.
mij
jou
hem
jullie
haar
ons
het
hen
u
mir
uns
ihm
ihm
ihr
dir
euch
ihnen
Ihnen
Slide 6 - Drag question
Personalpronomen
Slide 7 - Slide
Het onderwerp van de zin is altijd de
A
1e Naamval
B
4e Naamval
C
D
3e Naamval
Slide 8 - Quiz
In welke naamval staat het lijdend voorwerp?
A
1e naamval
B
4e naamval
C
D
3e Naamval
Slide 9 - Quiz
In welke naamval staat het onderwerp?
A
4e naamval
B
1e naamval
C
D
3e naamval
Slide 10 - Quiz
Welke vragen stel je bij het zoeken van de zinsdelen? noteer de vraag 1. gezegde (of persoonsvorm) = 2. Vraag naar onderwerp = ....? 3. Vraag naar lijdend voorwerp = ....? 4. Vraag naar meewerkend voorwerp = ...?