H4 Thema 3 bs 2

1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Welke stelling is juist?
A
Fenotype = genotype + milieu
B
Milieu = genotype + fenotype
C
Genotype = fenotype + milieu

Slide 11 - Quiz

Heeft een vlinder hetzelfde fenotype als de rups waaruit hij is ontstaan? En hetzelfde genotype?
A
alleen hetzelfde fenotype
B
alleen hetzelfde genotype
C
zowel hetzelfde fenotype als hetzelfde genotype

Slide 12 - Quiz


Het stukje van een DNA molecuul heeft de volgende sequentie: TGCAAA
Wat is sequentie van de tegenoverliggende nucleotiden? 
A
ACGTTT
B
TTTGCA
C
TGCAAA
D
AAACGT

Slide 13 - Quiz

Studiewijzer

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Twee verschillende allelen voor een eigenschap is
A
homozygoot
B
heterozygoot
C
co-dominant
D
onvolledig dominant

Slide 26 - Quiz

Aa kan je ook omschrijven als ........
A
Homozygoot dominant
B
Heterozygoot
C
Homozygoot recessief
D
Heterozygoot dominant

Slide 27 - Quiz

Welke haarkleur is dominant?
A
Dat is niet te zeggen
B
Beide zijn dominant
C
Rood haar (paars)
D
Zwart haar (wit)

Slide 28 - Quiz

Een cavia is heeft voor haarkleur als genotype "aa"
Deze cavia is voor deze eigenschap....
A
homozygoot dominant
B
homozygoot recessief
C
heterozygoot dominant
D
heterozygoot recessief

Slide 29 - Quiz

Welke eigenschap is dominant?
A
normale vingers
B
korte vingers
C
niet te bepalen

Slide 30 - Quiz

Bij een bepaalde plantensoort komen rode bloemen en witten bloemen voor. Als een plant met witte en een plant met rode bloemen worden gekruist, krijgen de nakomelingen roze bloemen. Dit fenotype noemen we
A
Dominant
B
Intermediair
C
Recessief

Slide 31 - Quiz

2 gelijke allelen van een gen voor een eigenschap noemen we:
A
homozygoot
B
heterozygoot
C
dominant
D
recessief

Slide 32 - Quiz

Wat is een voorbeeld van "dominant homozygoot"
A
Aa
B
aa
C
AA
D
aA

Slide 33 - Quiz

Zwarte vachtkleur is dominant over rood. Wat is het genotype van deze koe?
A
AA
B
Aa
C
aa
D
Is niet te zeggen

Slide 34 - Quiz