Klas 1 - persoonlijk voornaamwoord + avoir

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Chapitre 1 ABCD

Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden?
Noem één of meerdere voorbeelden:

Le pronom personnel

Je gebruikt het persoonlijk voornaamwoord
(le pronom personnel) 
om te verwijzen naar 1 of meerdere
mensen / dieren / dingen

Nederlands

ik

jij

hij 

zij (enkelvoud)

wij

Frans

je

tu

il

elle

on

Nederlands

wij

jullie/u

zij (meervoud)

zij (meervoud)

Frans

nous

vous

ils

elles

ils

- een groep jongens

- een groep jongens en meisjes

elles

- een groep van alleen maar meisjes

Sleep de juiste vertalingen naar het juiste persoonlijk voornaamwoord

il

nous

vous

elle

tu

je

ils/elles

on

wij

zij

ik

jullie

jij

hij

zij (mv.)

Welke werkwoordsvorm kies je als het onderwerp niet in het bekende rijtje staat?

wij

mijn zussen

Julie et Manon

de leerlingen 

u

mijn vriendin

Malina

Ik

mon copain

Meneer Dupont

mijn ouders

jij

nous

elles

vous

ils

tu

il

elle

je/j'

on 

AVOIR

Het werkwoord avoir betekent hebben.

Net als in het Nederlands is dit een onregelmatig werkwoord.

Nederlands

ik heb

jij hebt

hij heeft

zij heeft

wij hebben

Frans

j'ai

tu as

il a

elle a

on a

Nederlands

wij hebben

jullie hebben / u heeft

zij hebben (mmv)

zij hebben (vmv)

Frans

nous avons

vous avez

ils ont

elles ont

avoir

=

  hebben

Sleep de juiste vorm van avoir naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord

il/elle/on

nous

vous

ils/elles

tu

je/j'

                     avons

                          ont

                             ai

                        avez

                            as

                              a

Vul je juiste vorm van 'avoir' in:
Nous ... un chien, Luna.

Vul je juiste vorm van 'avoir' in:
Gaston ... une copine, Sophie.

Vul je juiste vorm van 'avoir' in:
Tu ... une soeur?

Vul je juiste vorm van 'avoir' in:
Mes frères ... beaucoup de devoirs.

Vul je juiste vorm van 'avoir' in:
Vous ... une grande maison?

Vertaal de woorden tussen haakjes:
(Ik heb) ... une grande famille

Vertaal de woorden tussen haakjes:
(Zij ( m mv) hebben) ... un restuarant.

Vertaal de woorden tussen haakjes:
(Het meisje heeft) ... un sac à dos.

Vertaal de woorden tussen haakjes:
(Jullie hebben) ... un chat adorable.

Vertaal de woorden tussen haakjes:
(Jij hebt) ... une bonne idee!

Zo goed ken ik de persoonlijk voornaamwoorden al:

😒🙁😐🙂😃

Zo goed ken ik het werkwoord avoir al:

😒🙁😐🙂😃

Ik heb nog een vraag over...
Dit snap ik nog niet...