Quatrième cours: le 7 à 11 octobre 2024

1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook weg.
We overleggen zachtjes binnen de MC als we een vraag hebben.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal.
We letten op in de les.
Tijdens het zelfstandig werken mag je oortjes in of een koptelefoon op

Slide 2 - Slide

Start-upslide 
Vertaal de volgende zinnen en woordjes naar het Nederlands:
  1. aussi
  2. la piscine
  3. il y a
  4. le message
  5. on adore
  6. trop
  7. aujourd'hui
  8. demain
  9. Au revoir!
  10. À plus!
  11. toujours
  12. dans
  13. les filles
  14. les frères
  15. les parents
  16. la famille
Vertaal de volgende zinnen en woordjes naar het Frans:
  1. Het gaat goed, en met jou?
  2. Ik heet .... (eigen invulling)
  3. Ik woon in .... (eigen invulling) , in Nederland 
  4. geweldig
  5. met
  6. waarom
  7. helpen 
  8. veel 
  9. vreemd
  10. misschien
  11. de/het mannelijk 
  12. de/het vrouwelijk
  13. een mannelijk
  14. een vrouwelijk
  15. de meervoud
timer
15:00

Slide 3 - Slide

Start-upslide antwoorden 
Vertaal de volgende zinnen en woordjes naar het Nederlands:
  1. aussi ook
  2. la piscine het zwembad
  3. il y a er is, er zijn
  4. le message de boodschap, het bericht
  5. on adore we zijn dol/gek op
  6. trop te, teveel
  7. aujourd'hui vandaag
  8. demain morgen
  9. Au revoir! tot ziens
  10. À plus! tot later
  11. toujours altijd
  12. dans in
  13. les filles de meisjes
  14. les frères de broers
  15. les parents de ouders
  16. la famille de familie
Vertaal de volgende zinnen en woordjes naar het Frans:
  1. Het gaat goed, en met jou? Ça va bien, et toi?
  2. Ik heet .... (eigen invulling) Je m'appelle...
  3. Ik woon in .... (eigen invulling) , in Nederland. J'habite à ..... , aux Pays-Bas
  4. geweldig génial
  5. met avec
  6. waarom pourquoi
  7. helpen  aider
  8. veel  beaucoup
  9. vreemd bizarre
  10. misschien peut-être
  11. de/het mannelijk  le
  12. de/het vrouwelijk la
  13. een mannelijk un
  14. een vrouwelijk une
  15. de meervoud les
timer
15:00

Slide 4 - Slide

Nakijken van de exercices 16a,16d,16e,17a,17d (blz.32-34) + exercices 21e, 22a en 22b (blz.40-41)
Uitleg creatieve taaltaak (lidwoorden, vocabulaire en getallen)
Uitleg taaltaak: '’bladzijde klassenboek'’ 
Verder werken aan leerdocument voor de spreektoets
Huiswerk van afgelopen week:
- Leren vocabulaire B, vocabulaire E, Phrases clés C & Grammaire D (blz 52,53 en 54)
- (af) maken exercices 16a,16d,16e,17a,17d (blz.32-34) + exercices 21e, 22a en 22b (blz.40-41)

Lesdoelen:
  1. Kun je jezelf voorstellen in het Frans
  2. Kun je de juiste lidwoorden gebruiken in het Frans

Huiswerk voor volgende week: 
Apprendre (leren):
Ingevulde leerdocument voor de spreektoets

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Exit-ticket
Kun je de juiste lidwoorden gebruiken in het Frans
Kun je jezelf voorstellen in het Frans
Huiswerk voor de volgende les: leerdocument hebben ingevuld & hebben geleerd voor de spreektoets

Slide 13 - Slide