What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Nieuw Nederlands -1 kader -oefentoets H5
Nieuw Nederlands
Oefentoets H5
1 VMBO kader
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 1,2
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nieuw Nederlands
Oefentoets H5
1 VMBO kader
Slide 1 - Slide
1 .Welke tekst heeft als doel: de lezer iets laten doen?
A
bespreking van een app
B
recept
C
uitnodiging
D
verhaal
Slide 2 - Quiz
Bekijk tekst 1
Slide 3 - Slide
2. Wat is het onderwerp van de tekst?
A
Amerikaanse chocolade
B
Sue Calhoun
C
tand in chocoladereep
D
vrouw mist tand
Slide 4 - Quiz
3. Wat voor soort tekst is dit?
A
flyer
B
nieuwsbericht
C
recept
D
verhaal
Slide 5 - Quiz
4. Wat is het doel van de tekst?
A
de schrijver wil je amuseren
B
de schrijver wil je iets laten doen
C
de schrijver wil je iets leren
D
de schrijver wil je informatie geven
Slide 6 - Quiz
Lees tekst 1
Slide 7 - Slide
5. Waarom vond Sue de kies vies? (alinea 2)
A
het was een vieze kies
B
kiezen horen niet in chocolade
C
ze wist niet van wie de kies was
D
ze wordt snel misselijk
Slide 8 - Quiz
6. Je kunt zeggen dat Sue nog steeds last heeft van de vondst van de kies, maar je kunt ook zeggen van niet. Leg uit waarom wel en waarom niet.
Slide 9 - Open question
7. Welke zin vat de tekst het best samen?
A
De fabrikant stuurt een vrouw uit Texas chocoladerepen
B
Een vrouw uit Amerika lust geen chocoladerepen meer.
C
Een vrouw uit Texas vindt chocoladerepen vies.
D
Een vrouw uit Texas vond een kies in haar chocoladereep.
Slide 10 - Quiz
8. Wat betekent: Impuls
A
beseffen, beginnen te weten
B
ondertussen
C
opwelling, iets doen zonder na te denken
D
toestand
Slide 11 - Quiz
9. Wat betekent: zich realiseren
A
beseffen, beginnen te weten
B
gebruiken
C
opwelling, iets doen zonder na te denken
D
voorbijgaan
Slide 12 - Quiz
10. Wat past in de zin?
"Laat jij je ook goed informeren voordat je een nieuwe telefoon gaat [....]"
A
toepassen
B
aanpassen
C
aanschaffen
D
aanscherpen
Slide 13 - Quiz
11. Wat past in de zin?
"Het schilderijtje dat ik op de rommelmarkt kocht is [....]"
A
geen centje pijn
B
een kat in de zak kopen
C
geen rode cent waard
D
geen cent te makken
Slide 14 - Quiz
12. Welke woorden zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
beker, hoofdweg, verzameling
B
brede, houten, schuine
C
denken, fietsen, inschenken
D
moeder, aardbei, pizza
Slide 15 - Quiz
13. waarnaar verwijst het omlijnde woord?
"Ik ben mijn sleutel sinds gisteren kwijt, heeft iemand hem gezien?"
A
ik
B
sleutel
C
mijn
D
gisteren
Slide 16 - Quiz
14. Wat is het verwijswoord?
"Ik heb laatst een olifant gevoerd in de dierentuin, hij vond de appel erg lekker!"
A
ik
B
olifant
C
hij
D
lekker
Slide 17 - Quiz
15. Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd. BLOZEN
"Nienke [...] toen Jelle haar een knipoog gaf."
Slide 18 - Open question
16. Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd. BRANDEN
"De fakkels in de tuin [...] nog de hele nacht."
Slide 19 - Open question
17. Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd. ZWAAIEN
"Naar wie [...] jij nou gisteren?"
Slide 20 - Open question
More lessons like this
week 23 vrijdag en week 24 maandag
June 2024
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1,2
Persoonsvorm in samengestelde zinnen week 3
November 2023
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Reclame
June 2024
- Lesson with
45 slides
winkelhulp
Buitengewoon secundair onderwijs
Reclame
June 2024
- Lesson with
35 slides
winkelhulp
Buitengewoon secundair onderwijs
spelling werkwoorden: pvvt zwakke werkwoorden
November 2022
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
spelling werkwoorden: pvvt zwakke werkwoorden
June 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
oefenen 1gt blok 2 spgrot (rvl)
November 2022
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Zinsontleden
April 2022
- Lesson with
30 slides
English
Tertiary Education