Zo schrijf je de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd (pvvt)
- enkelvoud: ik-vorm + de of ik-vorm + te
- meervoud: ik-vorm + den of ik-vorm + ten
Om te bepalen of je - te(n) of de(n) schrijft, kijk je naar de laatste letter van de ik-vorm.
Als dat een medeklinker in 't-x-kofschip is, dan schrijf je te(n). Is dat niet zo dan schrijf je de(n).