Woorden die eindigen op t en d

Spelling
1 / 31
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 5

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spelling

Slide 1 - Slide

Welke letter hoor je aan het eind?

Slide 2 - Slide

Lesdoel

Ik kan woorden die eindigen op –d en -t correct spellen.

Slide 3 - Slide

Wat ga ik vandaag leren?

Slide 4 - Open question

Regelwoorden
Bij regelwoorden hoort een stappenplan.

Stappenplan:
1. Spreek het woord uit hoor je een /t/?
2. Maak het woord langer. Hoor je nu een /t/ of /d/?
3. Schrijf het woord met de letter die je hoort.

Slide 5 - Slide

Regelwoorden

Stap 1
Spreek het woord uit hoor je een /t/?

Slide 6 - Slide

Regelwoorden

Stap 2
Maak het woord langer.
Hoor je nu een /t/ of /d/?

Slide 7 - Slide

Regelwoorden

Stap 3
Schrijf het woord met de letter die je hoort.

Slide 8 - Slide

Regelwoorden
Stappenplan:
Stap 1
Spreek het woord uit hoor je een /t/?
Stap 2
Maak het woord langer.
Hoor je nu een /t/ of /d/?
Stap 3
Schrijf het woord met de letter die je hoort.

Slide 9 - Slide

Samen
Stappenplan:
Stap 1
Spreek het woord uit hoor je een /t/?
Stap 2
Maak het woord langer.
Hoor je nu een /t/ of /d/?
Stap 3
Schrijf het woord met de letter die je hoort.

Slide 10 - Slide

Jullie
Stappenplan:
Stap 1
Spreek het woord uit hoor je een /t/?
Stap 2
Maak het woord langer.
Hoor je nu een /t/ of /d/?
Stap 3
Schrijf het woord met de letter die je hoort.

Slide 11 - Slide

Zelf
Stappenplan:
Stap 1
Spreek het woord uit hoor je een /t/?
Stap 2
Maak het woord langer.
Hoor je nu een /t/ of /d/?
Stap 3
Schrijf het woord met de letter die je hoort.

Slide 12 - Slide

Regelwoorden
Bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

de bal is hard = een harde bal
de jongen is groot = een grote jongen

Slide 13 - Slide

Regelwoorden
het ..... meisje

Stap 1
Spreek het woord uit hoor je een /t/?
Stap 2
Maak het woord langer.
Hoor je nu een /t/ of /d/?
Stap 3
Schrijf het woord met de letter die je hoort.


Slide 14 - Slide

Samen
de .... kaart

Stap 1
Spreek het woord uit hoor je een /t/?
Stap 2
Maak het woord langer.
Hoor je nu een /t/ of /d/?
Stap 3
Schrijf het woord met de letter die je hoort.


Slide 15 - Slide

Jullie
het ...... drop

Stap 1
Spreek het woord uit hoor je een /t/?
Stap 2
Maak het woord langer.
Hoor je nu een /t/ of /d/?
Stap 3
Schrijf het woord met de letter die je hoort.

Slide 16 - Slide

Zelf
het ..... antwoord

Stap 1
Spreek het woord uit hoor je een /t/?
Stap 2
Maak het woord langer.
Hoor je nu een /t/ of /d/?
Stap 3
Schrijf het woord met de letter die je hoort.


Slide 17 - Slide

Meervoud van
A
baarten
B
baarde
C
baarden
D
baarte

Slide 18 - Quiz

Meervoud van
A
goud
B
gouten
C
goudten
D
gouden

Slide 19 - Quiz

Ik was vroeg in de ochten... wakker
A
ochtent
B
ochtendt
C
ochtend

Slide 20 - Quiz

Meervoud van
A
kaarten
B
kaarte
C
kaarden

Slide 21 - Quiz

We zijn op een tropisch eilan...
A
eiland
B
eilant
C
eilandt

Slide 22 - Quiz

Hij heeft een mooie baar...
A
baart
B
baard
C
baarten

Slide 23 - Quiz

Dit is een har... bal.
A
harte
B
harde
C
hard

Slide 24 - Quiz

Hij geef het goe.. antwoord
A
goed
B
goede
C
goete
D
goeden

Slide 25 - Quiz

Hij heeft een grote hoe....

Slide 26 - Open question

De tafel van is van hou....

Slide 27 - Open question

Samenvatting
Stappenplan regelwoorden:

1. Spreek het woord uit hoor je een /t/?
2. Maak het woord langer.
Hoor je nu een /t/ of /d/?
3. Schrijf het woord met de letter die je hoort.

Slide 28 - Slide

Wat heb ik vandaag geleerd?

Slide 29 - Open question

Zelfstandig aan de slag
Opdracht  1 + 2 (p.56)
Opdracht 3-4-5 (p.57)

Klaar:
opdrachten maken (p.12 t/m 17)
of
lezen in je leesboek

Slide 30 - Slide

Zijn er nog vragen?

Slide 31 - Slide