5.2 Toonhoogte (Zelfstandig)

Hoofdstuk 5.2
Toonhoogte
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 5.2
Toonhoogte

Slide 1 - Slide

Na deze les ....
... kan je uitleggen wat frequentie en trillingstijd zeggen over de hoogte van het geluid. 
... kan je uitleggen wat toonhoogte is. 
... kan je rekenen met toonhoogte en frequentie. 

Slide 2 - Slide

De oscilloscoop
Met een oscilloscoop kan je tonen zichtbaar maken. 








Op het scherm zie je het geluid als golven weergegeven. 

Slide 3 - Slide

De oscilloscoop
Meer golven      Hogere toon

Minder golven      Lagere toon

Golven zijn hoger      Hoger volume

Golven zijn lager      Lager volume

Slide 4 - Slide

Welke oscilloscoop meet de hoogste toon?
A
A
B
B
C
C
D
Er is geen verschil

Slide 5 - Quiz

Welke oscilloscoop meet de toon met het grootste volume?
A
A
B
B
C
C
D
Er is geen verschil

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

Alle gitaarsnaren trillen altijd even snel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Als de snaren van een gitaar snel trillen maakt de gitaar een ..... toon.
A
hoge
B
lage

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Geluid met veel trillingen per seconde is geluid met een .... frequentie.
A
hoge
B
lage

Slide 11 - Quiz

Het symbool T staat voor ...
A
Tijd
B
Trillingstijd
C
Frequentie
D
Toonhoogte

Slide 12 - Quiz

Het symbool f staat voor ...
A
Trillingstijd
B
Fluit
C
Toonhoogte
D
Frequentie

Slide 13 - Quiz

Wat is de eenheid van frequentie?
A
Hertz
B
Seconde
C
Meter
D
Tijd

Slide 14 - Quiz

Wat is de eenheid van trillingstijd?
A
Hertz
B
Tijd
C
Seconde
D
Meter

Slide 15 - Quiz

Met welke formule kan je de frequentie van geluid berekenen?
A
f = 1/T
B
f = T/1
C
T = f/1

Slide 16 - Quiz

Frequentie berekenen
Je kan de frequentie berekenen als je de trillingstijd weet. 

De trillingstijd is de tijd die een trilling duurt. 

Je kan de frequentie met deze formule berekenen:


f=T1
f: Frequentie in Hertz (Hz)
T: Trillingstijd in seconde (s)

Slide 17 - Slide

Je hoort geluid met een frequentie van 850 Hz.
Bereken de trillingstijd die hoort bij dit geluid.
A
0,012 s
B
850 s
C
0,0011 s
D
0,0012 s

Slide 18 - Quiz

De trillingstijd van een toon is 0,04 s.
Bereken de frequentie.
A
2,5 Hz
B
0,04 Hz
C
25 Hz
D
40 Hz

Slide 19 - Quiz

Zoek op:
Wat is de laagste en hoogste frequentie die een mens kan horen?

Slide 20 - Open question

Al het geluid boven de 20000 Hz kan je niet horen. 

Dit noem je ultrasoon geluid


Ultrasoon geluid

Slide 21 - Slide

Noem voorbeelden van ultrasoon geluid.
Je mag dit ook opzoeken.

Slide 22 - Open question

Welk instrument is geen snaarinstrument?
Er kunnen meerdere antwoorden goed zijn.
A
Piano
B
Gitaar
C
Harp
D
Triangel

Slide 23 - Quiz

Met een snaarinstrument kan je veel verschillende tonen maken. 

Gitaar: 40 tot 50 verschillende tonen.
Piano: tot 88 verschillenden tonen. 
Snaarinstrumenten

Slide 24 - Slide

De hoogte van een toon wordt bepaald door:

  • De spanning van de snaar.
  • De doorsnede van de snaar.
  • De lengte van de snaar.


Als je een gitaar wil stemmen doe je dit door de spanning op de snaren te veranderen. 


Snaarinstrumenten

Slide 25 - Slide

Wat heeft geen effect op de hoogte van een toon bij een snaarinstrument?
A
De lengte van de snaar
B
De spanning van de snaar
C
De doorsnede van de snaar
D
De kleur van de snaar

Slide 26 - Quiz

Je bent klaar met deze LessonUp.
Maak nu opgave 11, 13, 15 en 17.

Slide 27 - Slide