What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
ESTTENTEN Werkwoorden
Zwakke werkwoorden + volt dw
Fe esttenten
121212
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Zwakke werkwoorden + volt dw
Fe esttenten
121212
Slide 1 - Slide
hoe verdeel je esttenten?
A
e-st-t-en-t-en
B
est-te-n-te-n
C
es-t-t-en-t-en
D
ik weet het niet
Slide 2 - Quiz
het zwakke werkwoord
feESTTENTEN
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
stam + en
stam + t
stam + e
stam + st
stam + t
stam + en
Slide 3 - Drag question
het zwakke werkwoord
feESTTENTEN
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
wohnen
liebt
mache
lebst
geht
besuchen
Slide 4 - Drag question
Lisa (besuchen) ... den Tierpark.
Slide 5 - Open question
Max und Mark (schreiben) die Aufgaben im Heft.
A
schreibt
B
schreibe
C
schreiben
D
schreib
Slide 6 - Quiz
Welke uitzonderingen zijn er op de (fe)esttenten-regel?
Slide 7 - Open question
Welke werkwoordsvorm?
..... du auch gern Gitarre?
A
Spielest
B
Spielst
C
Spielen
D
Spielt
Slide 8 - Quiz
zwakke werkwoorden:
Wir _____ in Hamburg.
A
leben
B
lebst
C
lebe
D
lebe
Slide 9 - Quiz
zwakke werkwoorden:
Ihr _____ in Berlin.
A
wohnt
B
wohne
C
wohnst
Slide 10 - Quiz
zwakke werkwoorden:
Er _____ mit seinem Freund.
A
spielen
B
spiele
C
spielt
Slide 11 - Quiz
Voltooid deelwoord
Weet jij nog hoe je het voltooid deelwoord maakt?
Slide 12 - Slide
uitzondering
anfassen - an/fassen = aanraken
In het Nederlands vervoeg je deze zo: aangeraakt.
Dit doe je in het Duits net zo angefasst.
geaanraakt klinkt immers niet ;)
Slide 13 - Slide
Sterke werkwoorden
fliegen - geflogen = vliegen - gevlogen
beschreiben - beschrieben = beschrijven - beschreven
fressen - gefressen = eten - gegeten
(sehe Grammatik B und Wörterliste N-D Kapitel 4)
Slide 14 - Slide
Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden wordt gevormd door ...
A
ge + stam + t
B
stam + t
C
stam + te
D
ge + stam + et
Slide 15 - Quiz
Die Katzen haben im Garten (spielen).
A
gespielte
B
gespielt
C
spielen
D
spielt
Slide 16 - Quiz
Wir haben drei Katzen (haben).
A
gehaben
B
habt
C
gehabt
D
haben
Slide 17 - Quiz
Ich habe die Schlange nicht (anfassen).
A
angefasst
B
geanfasst
C
anfasst
D
anfassen
Slide 18 - Quiz
Unser Hund hat bis jetzt nur Welpenfutter (fressen)
A
gefresst
B
fresst
C
gefressen
Slide 19 - Quiz
More lessons like this
2(A)HA 4-3 feesttenten plus v.d.
February 2022
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Haben und Sein, Persoonlijk voornaamwoord, Feesttenten regel,
January 2021
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
C Grammatik - Kapitel 2 - Het zwakke werkwoord
November 2022
- Lesson with
42 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Het werkwoord in de o.t.t. en de v.t.t.
December 2022
- Lesson with
40 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Haben und Sein, Persoonlijk voornaamwoord, Feesttenten regel,
March 2022
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
3T les 4 het voltooid deelwoord
September 2022
- Lesson with
44 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H3 steunles 2
November 2021
- Lesson with
32 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
20210617 Vorbereitung PWW 3 Jun i2021
June 2021
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3