VWO 3 week 46

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Salut! Bienvenue

Au programme; 

* on répète le futur proche/ savoir

* correction 8 A -E unité 2 

*apprendre 1,2,3

SAVOIR=WETEN

Présent

je sais= ik weet

tu sais=jij weet

il,elle,on sait= hij,zij,men weet

nous savons=wij weten

vous savez= jullie wten,u weet

ils,elles savent= zij weten

Imparfait

je savais= ik wist

tu savais=jij wist

il,elle,on savait=hij,zij,men wist

nous savions=wij wisten

vous saviez=jullie wisten/u wist

ils,elles savaient=zij wisten

passé composé

J'ai su= ik heb geweten

tu as su=jij hebt geweten

il,elle, on a su= hij ,zij,men heeft geweten

nous avons su=wij

vous avez su=jullie/u

ils,elles ont su=zij

Futur

je saurai=ik zal weten

tu sauras=jij zult weten

il,elle,on saura= hij,zij,men zal weten

nous saurons=wij zullen weten

vous saurez=jullie zullen weten/ u zult ..

ils,elles sauront= zij zullen ...

Futur du passé

je saurais=ik zou weten

tu saurais=jij  zou weten

il,elle,on saurait= hij,zij,men zou weten

nous saurions=wij zouden weten

vous sauriez=jullie/u zou...

ils,elles sauraient= zij zouden...

Mes parents ....... (weten)
(alleen ww vorm invullen)

Weet u?

Mon copain ...... (weet)

wij zullen weten=

Apprendre 1,2

Vocabulaire, test

La langue maternelle=

Le monde entier=

un expérience inoubliable=

le spectateur=

het eindexamen=

de opleiding=