H4/V4 - 23-11-2023 - écouter
1 / 19
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Vertaal:
Hebben jullie een leuke vakantie gehad?
Hebben jullie een leuke vakantie gehad?
Slide 6 - Open question
Vertaal:
Zij is naar het strand gegaan.
Zij is naar het strand gegaan.
Slide 7 - Open question
Vertaal:
Wanneer ga je erheen en met wie?
Wanneer ga je erheen en met wie?
Slide 8 - Open question
Vertaal:
Wat zijn de openingstijden?
Wat zijn de openingstijden?
Slide 9 - Open question
Vertaal:
Wat doe je dit weekend?
Wat doe je dit weekend?
Slide 10 - Open question
Vertaal:
de korting
de korting
Slide 11 - Open question
Vertaal:
het meer
het meer
Slide 12 - Open question
Vertaal:
niet slecht
niet slecht
Slide 13 - Open question
Vervoeg:
ils (aller, présent)
ils (aller, présent)
Slide 14 - Open question
Vervoeg:
tu (regarder, passé composé)
tu (regarder, passé composé)
Slide 15 - Open question
Vervoeg:
nous (être, présent)
nous (être, présent)
Slide 16 - Open question
Vervoeg:
vous (finir, passé composé)
vous (finir, passé composé)
