8.23

Tijdvak 8 is vooral de tijd van de:
A
industrialisatie
B
ontdekkingsreizen
C
oorlogen
D
opkomst van politieke stromingen
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Tijdvak 8 is vooral de tijd van de:
A
industrialisatie
B
ontdekkingsreizen
C
oorlogen
D
opkomst van politieke stromingen

Slide 1 - Quiz

Wanneer vond het Congres van Wenen plaats?
A
1800
B
1815
C
1816
D
1830

Slide 2 - Quiz

Welke politieke stroming was tevreden met de uitkomsten van het Congres van Wenen?
A
Socialisme
B
Conservatisme
C
Liberalisme
D
Nationalisme

Slide 3 - Quiz

1. België scheidde zich in 1830 van Nederland af.
2. Bij de gebeurtenis van 1 past het socialisme.
A
beide stellingen zijn juist
B
alleen stelling 1 is juist
C
alleen stelling 2 is juist
D
beide stellingen zijn onjuist

Slide 4 - Quiz

Welke stroming binnen het socialisme wilde via een revolutie de arbeiders aan de macht krijgen?
A
het communisme
B
het reformisme
C
de sociaaldemocratie
D
de liberalen

Slide 5 - Quiz

Wie werd de eerste Nederlandse vorst na het Congres van Wenen?
A
Willem van Oranje
B
Prins Maurits
C
stadhouder Willem V
D
Willem I

Slide 6 - Quiz

In welk jaar gaf Willem II de liberale staatsman Thorbecke de opdracht om een grondwet te schrijven?
A
1830
B
1840
C
1848
D
1887

Slide 7 - Quiz

1. tot 1848 regeerde Willem I en Willem II als absoluut vorst.
2. Vanaf 1848 lag de macht in Nederland bij de koning.
A
Beide stellingen zijn juist
B
Alleen stelling 1 is juist
C
Alleen stelling 2 is juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 8 - Quiz

Welke politieke stroming past bij de eenwording van Duitsland en Italië in de negentiende eeuw?
A
Liberalisme
B
socialisme
C
conservatisme
D
nationalisme

Slide 9 - Quiz

Welke politieke stroming was het meeste een voorstander van de uitbreiding van het kiesrecht?
A
Het conservatisme
B
Het socialisme
C
Het liberalisme
D
Het nationalisme

Slide 10 - Quiz

Wat betekent censuskiesrecht
A
Mannen mochten stemmen
B
Personen met een bepaalde opleiding mochten stemmen
C
Personen die een bepaald bedrag aan belasting betaalden mochten stemmen
D
Alleen de adel mocht stemmen

Slide 11 - Quiz

In welk jaar kregen de vrouwen passief kiesrecht?
A
1887
B
1900
C
1917
D
1945

Slide 12 - Quiz