24. Repaso bijvoeglijk naamwoord

¡Buenos días!
Puente Romano, Córdoba
1 / 11
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

¡Buenos días!
Puente Romano, Córdoba

Slide 1 - Slide

¿Qué hacemos hoy?
  • Repaso bijvoeglijk naamwoord
  • ¡A trabajar!
Mezquita Córdoba

Slide 2 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord

1. Hoe herken je een mannelijk zelfstandig naamwoord? 
2. Hoe herken je een vrouwelijk zelfstandig naamwoord? 
3. Wat zijn de Nederlandse lidwoorden?
4. Wat is het verschil tussen een bepaald en onbepaald lidwoord? 
5. Schrijf de bepaalde en onbepaalde Spaanse lidwoorden op. 


Schrijf de antwoorden in je schrift
Deze basiskennis is belangrijk voordat je het bijvoeglijk naamwoord gaat leren.

Slide 3 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
1. Hoe herken je een mannelijk zelfstandig naamwoord? 
Het eindigt op: o / or / aje
2. Hoe herken je een vrouwelijk zelfstandig naamwoord? 
Het eindigt op: a / ción / dad / tad 
3. Wat zijn de Nederlandse lidwoorden?
De / het / een
4. Wat is het verschil tussen een bepaald en onbepaald lidwoord? 
Bepaald: de / het               onbepaald: een / een paar 
5. Schrijf de bepaalde en onbepaalde Spaanse lidwoorden op. 
El / los / un / unos
La / las / una / unas

Schrijf de antwoorden in je schrift

Slide 4 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
  • Komt in geslacht (mannelijk/vrouwelijk) en getal (enkelvoud/meervoud) overeen met het zelfstandig naamwoord. 
  • De uitgang van het meervoud is +s (na een klinker) of +es (na een medeklinker). 




Zet in het meervoud: 
1. La casa bonita. 
2. El pasillo amarillo. 
3. Un balcón azul.


Un chico guapo
Unos chicos guapos
Una chica guapa Unas chicas guapas
Let goed op de woordvolgorde!

Slide 5 - Slide

Libro del alumno página cuarenta y dos

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

De volgende les gaan we de oefeningen
uit deze les samen bespreken.
Los deberes

Slide 11 - Slide