16. 12 mrt: herhaling deel 1

Communiceren doe je samen 2
Welkom havo4d

Op tafel:
Map/schrift, pen, verhalenbundel

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Communiceren doe je samen 2
Welkom havo4d

Op tafel:
Map/schrift, pen, verhalenbundel

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.

Slide 1 - Slide

Communiceren doe je samen 2
  • Herhalen les 19, 20
  • Tekst 1-2
  • Tijd, vertelperspectief, thema

Vandaag woensdag 12 maart:

Slide 2 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Lesstof periode 2
Communicatie: 
les 19, 20, 21, 22

Literatuur: 
les 1, 2, 3
les 11, 12, 13, 14
Communicatie: 
les 2, 3, 4, 5, 6


Slide 3 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Zijn dit waarderende of feitelijke uitspraken? 
Schrijf op.
  1. 'Citroeninkt' is een jeugdboek dat zich richt op de thema's vriendschap, identiteit en de uitdagingen van opgroeien.
  2. Maral Noshad Sharifi heeft met 'Citroeninkt' een boek geschreven dat vaak wordt geprezen om zijn herkenbare en authentieke weergave van de gedachten en gevoelens van tieners.
  3. Het boek 'Citroeninkt' geeft de lezer een inspirerende leeservaring die ieder in een vergelijkbare fase van het leven tegenkomt.
timer
2:00

Slide 4 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Zijn dit waarderende of feitelijke uitspraken? 
Bespreken
  • 'Citroeninkt' is een jeugdboek dat zich richt op de thema's vriendschap, identiteit en de uitdagingen van opgroeien. 
  • feitelijk
  • Maral Noshad Sharifi heeft met 'Citroeninkt' een boek geschreven dat vaak wordt geprezen om zijn herkenbare en authentieke weergave van de gedachten en gevoelens van tieners.
  • feitelijk
  • Het boek 'Citroeninkt' geeft de lezer een inspirerende leeservaring die ieder in een vergelijkbare fase van het leven tegenkomt.
  • waarderend

Slide 5 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Vraag: 
Welke 4 vormen van argumentatiestructuren zijn er? >>> schrijf op!
  1. Enkelvoudig
  2. Onderschikkend 
  3. Nevenschikkend afhankelijk 
  4. Nevenschikkend onafhankelijk
timer
1:30

Slide 6 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Lees de tekst 'Outside the bottle'. 
  1. Wat is het onderwerp van de tekst? 
  2. Welke tekstsoort hoort bij deze tekst? 
  3. Bedenk nog een voorbeeld/vorm van zo'n tekstsoort. 
  4.  Geef 2 signaalwoorden uit alinea 2 en geef aan bij welk tekstverband die horen. 
  5. Vul het schema in dat op het bord staat. 
Het standpunt is: de gerecyclede flessen van Bar-le-Duc zijn onnodig. 
timer
10:00

Slide 7 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Lees de tekst 'Outside the bottle' en vul deze structuur in. 
Standpunt: de gerecyclede flessen van Bar-le-Duc zijn onnodig. 
Argument 1
Argument 2
Sub A1.1
Sub A1.2
Sub A2.2
Sub A2.3
Sub A2.1

Slide 8 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Lees de tekst 'Outside the bottle'. 
1. Wat is het onderwerp van de tekst? 
  • (onzinnige) plastic waterflesjes
2. Welke tekstsoort hoort bij deze tekst? 
  • Waarderend
3. Bedenk nog een voorbeeld/vorm van zo'n tekstsoort. 
  • betoog, beschouwing
4. Geef 2 signaalwoorden uit alinea 2 en geef aan bij welk tekstverband die horen. 
  • daarom: reden, oorzaak, gevolg
  • Dus, maar: tegenstelling
  • Als: voorwaarde 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Pak je verhalenbundel erbij.    Huiswerk bespreken: 
Verhaal Zwarte kerst
  • Wat betekent de titel Zwarte kerst ?
Verhaal Naar de overkant
  • Wat is het vertelperspectief? Geef een voorbeeld.
  • Wie is de hoofdpersoon van dit verhaal? Hoe weet je dat?
  • Wat is er met Peter aan de hand?
  • Wat betekent de titel van het verhaal?
  • Geef twee thema's (onderwerp) van dit verhaal.

Slide 11 - Slide

Communiceren doe je samen 2
1. Tijd 
  • Flashback
  • Flash forward
  • chronologie
  • tijdsversnelling
  • tijdsvertraging
  • Vertelde tijd
  • Verteltijd

 2. Vertelperspectief
  • Ik-perspectief
  • Personaal perspectief
  • Alwetend perspectief
  • Meervoudig perspectief
  • (Onbetrouwbaar perspectief)
  • Thema
Pikorde
1. Noem een thema bij de tekst.
2. In welke tijd speelt het verhaal, hoe weet je dat?
3. Wat is de vertelde tijd? En de verteltijd?
4. In welk perspectief staat het verhaal?
timer
5:00

Slide 12 - Slide

Communiceren doe je samen 2
1. Tijd 
  • Flashback
  • Flash forward
  • chronologie
  • tijdsversnelling
  • tijdsvertraging
  • Vertelde tijd
  • Verteltijd

 2. Vertelperspectief
  • Ik-perspectief
  • Personaal perspectief
  • Alwetend perspectief
  • Meervoudig perspectief
  • (Onbetrouwbaar perspectief)
  • Thema
Brommer op zee
1. Noem een thema bij de tekst.
2. In welke tijd speelt het verhaal, hoe weet je dat?
3. Wat is de vertelde tijd? En de verteltijd?
4. In welk perspectief staat het verhaal?
timer
5:00

Slide 13 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Alle begrippen

Slide 14 - Slide

Communiceren doe je samen 2
1. Tijd 
  • Flashback
  • Flash forward
  • chronologie
  • tijdsversnelling
  • tijdsvertraging
  • Vertelde tijd
  • Verteltijd

 2. Vertelperspectief
  • Ik-perspectief
  • Personaal perspectief
  • Alwetend perspectief
  • Meervoudig perspectief
  • (Onbetrouwbaar perspectief)
3. Personages
  • Hoofdpersonen
  • Bijpersonen
  • Round character (vol)
  • Flat character (plat)
  • Expliciet
  • Impliciet


4. gebeurtenissen
  • plot
  • verhaalstructuur
  • chronologie
  • causaliteit
5. ruimte
  • Ruimte / setting
  • geografische ruimte
  • sfeerscheppende ruimte 
  • (versterkend versus 
  • contrasterend)
  • sociale ruimte
  • symbolische ruimte
  • Weer

  • thema
  • motief

Slide 15 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Les 19
  • waarderende en feitelijke uitspraken
  • Argumenteren
  • Standpunt
  • Argumenten
  • Argumentatie/ betoog/ redenering

 Les 20
  • Enkelvoudig
  • Onderschikkend
  • Nevenschikkend afhankelijk
  • Nevenschikkend onafhankelijk
  • Verzwegen argument
Les 21: Argumentatiestructuur
  • 1. Kenmerken
  • 2. Vergelijking
  • 3. Causaliteit

Les 22: drogredenen
  • Drogredenen
  • 1. autoriteitsargument
  • 2. Vals dilemma
  • 3. Overhaaste generalisatie
  • 4. Verkeerde vergelijking
  • 5. De persoonlijke aanval
  • 6. Het ontduiken van bewijslast
  • 7. Cirkelredenering
  • 8. Het vertekenen van een standpunt
  • 9. Het bespelen van publiek 

Slide 16 - Slide

Begrippen uit deze les
Herhalen les 19, 20
Tekst 1-2
Tijd, vertelperspectief, thema

Slide 17 - Slide