H5 Alledaagse Gesprekken voeren

• Communicatie
• MBO
• Studiejaar 1

Hoofdstuk 5 Alledaagse gesprekken voeren 

Kennistoetsenbank terugblik 

Terugblik

5.1 Inleiding, 5.2 Kenmerken van een alledaags gesprek & 5.3 Contact leggen

Huiswerk 

Je wilt de ander begrijpen en steunen, welke luisterstrategie gebruik je dan?

1. Empathisch luisteren
2. Intensief luisteren
3. Globaal luisteren
4. Kritisch luisteren

Welke vorm van niet-luisteren doe je wanneer je geen interesse hebt in de ander?

1. Ik-gericht luisteren
2. Onverschillig luisteren
3. Oordelend luisteren

Samenvatten en ordenen

Gevoelsreflectie

Zelfonthulling

Je geeft persoonlijke informatie over jezelf in een gesprek om je eigen kwetsbaarheid te tonen. 

Je weergeeft in je eigen woorden welke gevoelens in de boodschap van de spreker doorklinken. 

Op een rijtje zetten wat de spreker tot nu toe verteld heeft. 

Formele en informele gesprekken

Binnen de maatschappelijke krijg je te maken met verschillende vormen van gesprekken. Bijvoorbeeld:

1. Formeel gesprek: Betekenisvol gesprek met een bepaald doel, op een vooraf afgesproken tijdstip. Het gesprek wordt ook voorbereid.
2. Informeel gesprek: Spontaan, vrijblijvend gesprek dat men om die reden niet of nauwelijks voorbereidt en je min of meer op elk moment kunt beëindigen. 

Noem een voorbeeld van een formeel gesprek.

De fasen van een gesprek

• Contact leggen
• Gesprek op gang houden
• Gesprek afronden  

Kenmerken alledaags gesprek

• Het gaat om een spontaan, vrijblijvend gesprek
• Je komt er de tijd aangenaam mee door
• Je bereidt ze niet of nauwelijks voor
• Je toont elkaar betrokkenheid en waardering
• Je kunt gemakkelijk op een ander gespreksonderwerp overstappen
• Je kunt het gesprek op ieder moment beëindigen 

Tamara werkt met cliënten met een matige tot ernstige verstandelijke beperking. Eén van de cliënten is Sjoerd. Sjoerd heeft vandaag zijn favoriete knuffel in de taxibus laten liggen. Boos en verdrietig zit hij op de bank. ‘Kan niet slapen zonder Ollie’, zegt hij half huilend tegen Tamara. ‘Niet slapen.’ herhaalt hij. Tamara gaat naast Sjoerd zitten. Ze buigt zich naar Sjoerd over. ‘Mis je Ollie zo erg, Sjoerd?’ vraagt Tamara. ‘Wat naar!’ Sjoerd knikt. Een traan glijdt uit zijn ooghoek naar beneden. ‘Zo erg! Ollie is zo verdrietig. Hij wil bij mij zijn. Stomme ik.’ ‘Ollie wil bij jou zijn’, herhaalt Tamara. ‘En jij bij hem. En nu ben je boos op jezelf, omdat je Ollie hebt laten liggen in de bus.’ ‘Ja’, zet Sjoerd. Nog voor Tamara iets kan zeggen, klaart het gezicht van Sjoerd op. ‘Morgen veel kusjes geven aan Ollie. Zo veel spijt. Sorry Ollie.’ ‘Morgen ga je het goedmaken met Ollie. Dan is Ollie vast niet meer boos op je.’ ‘Nee.’

Is er sprake van een alledaags gesprek?

1. Ja
2. Nee

Het gaat niet om een vrijblijvend gesprek.

De tijd wordt niet aangenaam doorgebracht door Tamara en Sjoerd. 

Er kan niet makkelijk op een ander gespreksonderwerp overgestapt worden. 

Het gesprek kan niet zomaar op ieder moment worden beëindigd. 

Wat is volgens jouw de meerwaarde van een alledaags gesprek?

Belangrijk voor het opbouwen van een vertrouwensrelatie

Collega's: goed contact kan een prettige samenwerking bevorderen?

Het ijs breken, basis voor een betekenisvol gesprek.

Hierdoor kan de ander zich op zijn gemak voelen bij jou. 

Contact leggen

Belangrijke aandachtspunten voor het contact leggen in de maatschappelijke zorg:

• Stap als eerste op de ander af en zeg als eerste 'hallo'. Geef de ander daarbij een hand.
• Stel jezelf voor en glimlach daarbij.
• Neem er de tijd voor als je je aan een onbekende voorstelt.
• Houd oogcontact en toon belangstelling.
• Luister zorgvuldig en let op lichaamstaal.
• Bedenk vooraf waarover je zou kunnen praten 

Waar zou je met een cliënt die aan tafel voor zich uit zit te staren over kunnen praten?

Contact leggen

• Startzin: werkt het beste wanneer je de ander uitnodigt om iets over zichzelf te vertellen. Geef geen mening en stel geen gesloten vraag. 
• Zoek de verbinding: ga opzoek naar iets gemeenschappelijks waarover je kan praten.
• Laat het initiatief wisselen
• Vermijd een kruisverhoor: stel geen vraag na vraag. Kruisverhoor wordt vaak als onprettig ervaren. 
• Speel in op de situatie: benoemen wat je ziet en stel daar eventueel een vraag over. 

Hierdoor zorg je ervoor dat je een alledaags gesprek goed kunt voeren. 

Een startzin werkt het beste wanneer jij iets over jezelf stelt.

1. Waar
2. Niet waar

Welke onderdelen zorgen ervoor dat je een alledaags gesprek goed kunt voeren?

Startzin

Zoek de verbinding

Laat het initiatief wisselen

Speel in op de situatie

Huiswerk

• Voer dit weekend minimaal 1 keer een alledaags gesprek waarin jij bewust het initiatief neemt. Dit kan met een bekende of onbekende zijn. Schrijf na afloop van het gesprek op hoe het is gegaan aan de hand van de vragen in Teams. Lever  het in op teams, we gaan het bespreken in de les van woensdag 4 november. Dus uiterlijk dinsdag 3 november 23:59 in teams inleveren!

• De opdrachten uit de digitale leeromgeving die bij deze theorie horen: niveau 3&4 opdracht 1, 2, 3 & 4. De rest van de opdrachten moeten nog wel gemaakt worden, maar die theorie wordt de eerstvolgende les behandeld. 
• Uiterlijk donderdag  5 november de digitale leeromgeving en Kennistoetsenbank H5 af. De kennistoetsenbank komt na de les van woensdag open te staan.  
• Toets H11, H1, H2, H4 & H5 woensdag 11 november. 

Hoe wil jij dat de laatste online les communicatie voor de toets wordt ingevuld?