221108 grammatica zinsdelen §1 + Start thema A

1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welkom H1b!
De planning van vandaag:

  1. Uitleg komende periode
  2. Start grammatica §1
  3. Pauze
  4. Start thema A - §1
  5. Lesafsluiting
Reminder: komende vrijdag om 17:00 uur is de deadline voor de vlog!!

Slide 2 - Slide

Planning tweede periode:
Schrijfvaardigheid
Thema A - mens en dier
Flyer maken

Grammatica
zinsdelen: §1, 3, 5, 7, 9, 11
woordsoorten: §2, 4, 6, 8, 10, 12

Fictie (boek lezen

Toetsen tweede periode:
Schrijfvaardigheid
Telt 1 x mee
In week 50 (rond 12 december)

Grammatica
Telt 2x mee
Toetsweek 2 (rond 23 januari)

Fictie (boek lezen)
Moet afgerond zijn.
In week 8 (rond 20 februari)


Slide 3 - Slide

Planning:
De planning van vandaag:

  1. Uitleg komende periode
  2. Start grammatica §1 
  3. Pauze
  4. Start thema A - §1
  5. Lesafsluiting

Slide 4 - Slide

Grammatica
Waarom leren we dit?

Woordsoorten en zinsdelen. Wat is het verschil??

Slide 5 - Slide

Grammatica
Zinsdelen                                                                            Woordsoorten

  • persoonsvorm
  • onderwerp
  • lidwoord
  • werkwoord


Slide 6 - Slide

Leerdoelen

  • Ik kan de persoonsvorm in eenvoudige zinnen vinden.

  • Ik kan eenvoudige zinnen in zinsdelen verdelen. 

Slide 7 - Slide

Vind je dit makkelijk?
Werk dan tijdens de uitleg alvast vooruit:

Grammatica zinsdelen §1 (blz. 204):

Maak opdracht 1 t/m 6.

Vragen? Lees de theorie!!!

Slide 8 - Slide

Uitleg persoonsvorm (pv)
In elke zin staan werkwoorden.
Eén van die werkwoorden is de persoonsvorm.

De pv geeft twee dingen aan:
  • getal (enkelvoud/meervoud)
  • tijd (tegenwoordige tijd / verleden tijd)

Slide 9 - Slide

Een voorbeeld
De man heeft een ijsje gegeten.

De kast heeft jaren in het lokaal gestaan.

De beren hebben ontzettende honger na hun winterslaap.

Slide 10 - Slide

Uitleg persoonsvorm (pv)
Zo vind je de pv:
  1. Verander de zin van enkelvoud naar meervoud, of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de pv.

  2. Verander de zin van t.t. naar v.t. of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de pv.

  3. Maak van de zin een ja/nee-vraag. De pv komt vooraan in de zin te staan.

Slide 11 - Slide

Een voorbeeld

Waar heb jij jouw broek gekocht?

Waarom eten jullie geen spruitjes?

Hoe fiets jij altijd naar school?

Slide 12 - Slide

Vind de persoonsvorm
  1. Gisteren ben ik met mijn moeder naar de winkel geweest.

  2. Waar wil je deze tafel hebben staan?

  3. Ik vind dit broodje echt niet lekker.

timer
3:00

Slide 13 - Slide

Leerdoelen

  • Ik kan de persoonsvorm in eenvoudige zinnen vinden

  • Ik kan eenvoudige zinnen in zinsdelen verdelen. 

Slide 14 - Slide

Vind je dit makkelijk?
Werk dan tijdens de uitleg alvast vooruit:

Grammatica zinsdelen §1 (blz. 204):

Maak opdracht 1 t/m 6.

Klaar? Kijk vast naar §3 en maak opdracht 1, 2 en 3.

Slide 15 - Slide

Uitleg zinsdelen
Een zin kan je opdelen in delen. Er zijn twee manieren om te ontdekken welke woorden bij elkaar horen.
  1. Vind de persoonsvorm. Probeer uit welke woorden je voor de persoonsvorm kan zetten. Klopt de zin dan nog steeds? Dan horen die woorden bij elkaar.

  2. Hussel de zin. Kan je bepaalde woordgroepjes verplaatsen en klopt de zin dan nog steeds? Dan horen die woorden bij elkaar.

Slide 16 - Slide

Vind de zinsdelen
  1. Gisteren ben ik met mijn moeder naar de winkel geweest.

  2. Waar wil je deze tafel hebben staan?

  3. Bah, ik vind dit broodje echt niet lekker.

timer
4:00

Slide 17 - Slide

Oefenen
Werk dan tijdens de uitleg alvast vooruit:

Grammatica zinsdelen §1 (blz. 204):

Maak opdracht 1 t/m 6.

Klaar? Kijk vast naar §3 en maak opdracht 1, 2 en 3.
timer
20:00

Slide 18 - Slide

Pauze
timer
4:00

Slide 19 - Slide

Planning:
De planning van vandaag:

  1. Uitleg komende periode
  2. Start grammatica §1 
  3. Pauze
  4. Start thema A - §1
  5. Lesafsluiting

Slide 20 - Slide

Thema A - §1
Ga in je werkboek naar blz. 106/107.


Slide 21 - Slide

Thema A - §1
Werk in tweetallen.

Bespreek opdracht 1.

Over 10 minuten bespreken we de uitkomst.


timer
10:00

Slide 22 - Slide

Thema A - §1
Nabespreken:

  • Wat zie je op plaatje 6?
  • Wat zie je op plaatje 13?
  • Wat zie je op plaatje 15?
  • Wat zie je op plaatje 22?
  • Zijn dieren er voor mensen of moeten mensen er voor de dieren zijn?



Slide 23 - Slide

Planning:
De planning van vandaag:

  1. Uitleg komende periode
  2. Start grammatica §1 
  3. Pauze
  4. Start thema A - §1
  5. Lesafsluiting

Slide 24 - Slide

Wat hebben we vandaag geleerd?

  • Ik kan de persoonsvorm in eenvoudige zinnen vinden.

  • Ik kan eenvoudige zinnen in zinsdelen verdelen. 

  • Introductie van het thema 'mens en dier'.

Slide 25 - Slide