Week 15 Bron G-H chapitre 5 - GL6de- 1havo/vwo

1 / 44
next
Slide 1: Slide
fransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat zegt een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 9 - Open question

Wat is de uitgang van het bijvoeglijk naamwoord,
mannelijk enkelvoud?
A
e
B
s
C
-
D
es

Slide 10 - Quiz

Wat is de uitgang van het bijvoeglijk naamwoord,
vrouwelijk enkelvoud?
A
s
B
e
C
es
D
niks

Slide 11 - Quiz

Wat is de uitgang van het bijvoeglijk naamwoord,
mannelijk meervoud?
A
s
B
niks
C
e
D
es

Slide 12 - Quiz

Wat is de uitgang van het bijvoeglijk naamwoord,
vrouwelijk meervoud?
A
s
B
se
C
x
D
es

Slide 13 - Quiz

Vormen van het bijv. naamwoord. Wat hoort bij elkaar?
grand
grands
grande
grandes
mannelijke vorm

vrouwelijke vorm
mannelijk meervoud
vrouwelijk meervoud

Slide 14 - Drag question

Slide 15 - Slide

Kies de juiste vorm:
Il est (groot)
A
grande
B
grand
C
grandes
D
grands

Slide 16 - Quiz

Kies de juiste vorm:
Les voitures (v) sont (groen)
A
vertes
B
verte
C
vert
D
verts

Slide 17 - Quiz

Kies de juiste vorm:
Les chats (m) sont (klein)
A
petit
B
petites
C
petits
D
petite

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Choisis la bonne réponse
un gros gâteau
A
des gross gâteaux
B
des grosses gâteaux
C
des gros gâteaux
D
des groses gâteaux

Slide 20 - Quiz

Choisis la bonne réponse :
une robe
A
une robe rougee
B
une rouge robe
C
une robe rouges
D
une robe rouge

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Kies de juiste vorm:
La maison est (mooi)
A
beau
B
beaue
C
belle
D
belles

Slide 25 - Quiz

Kies de juiste vorm:
Les sacs (m) sont (nieuw)
A
nouveau
B
nouvelles
C
nouvelle
D
nouveaux

Slide 26 - Quiz

Kies de juiste vorm:
Mon grand-père est (oud)
A
vieux
B
vieille
C
vieilles
D
vieu

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Ik begrijp het bijvoeglijk naamwoord in het Frans.
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Slide 30 - Slide

ik weet hoe ik een word in een woordenboek/ de Lexique opzoekt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

ik kan iemand omschrijven
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Slide 33 - Slide

test jezelf op quizizz.com
voor de grammatica

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Qui est-ce?

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Qui est-ce?

Slide 42 - Open question

Ik kan iemand omschrijven
😒🙁😐🙂😃

Slide 43 - Poll

Slide 44 - Slide